Na negen maanden is het eindelijk zover! Het kan zijn dat jullie bepaalde wensen hebben rondom de bevalling in één van onze kraamsuites. Deze kan je kwijt in een geboorteplan. Je kunt hier omschrijven wat je wensen en verwachtingen zijn rondom de bevalling. Wij zullen hier zoveel mogelijk rekening mee proberen te houden. Op het moment dat er complicaties optreden, kan het zijn dat we hiervan moeten afwijken. Tijdens het spreekuur komen we nog terug op het geboorteplan.
Wanneer bel je ons?
De bevalling kan op verschillende manieren beginnen. Meestal begint de bevalling met weeën, maar ook het breken van de vliezen of bloedverlies kan een teken zijn dat de bevalling begonnen is. We zijn 24 uur per dag te bereiken op tel: 0115-688228. Je krijgt dan de dienstdoende verloskundige aan de lijn. Wanneer bel je?
- Breken van de vliezen. Zo begint 10% van de bevallingen. Op het moment dat de vliezen breken, is het belangrijk om naar de kleur van het vruchtwater te kijken;
- Als je gedurende één uur om de vijf minuten weeën hebt die ongeveer één minuut aanhouden. Dit is een richtlijn. Op het moment dat je zelf het gevoel hebt dat het snel gaat, dan mag je altijd eerder contact met ons opnemen;
- Bloedverlies;
- Je het kindje minder voelt bewegen;
- Bij ongerustheid.
Als er is besloten dat jullie richting het ziekenhuis komen, mogen jullie je melden op de gezinsafdeling (verpleegafdeling B0).
Ontsluitingsfase
De bevalling verloopt in verschillende fases. Soms kan er een periode van voorweeën aan voorafgaan. Deze weeën zijn onregelmatig, duren vaak nog wat kort en zakken na verloop van tijd ook weer helemaal af. Het kindje zal tijdens deze voorweeën steeds dieper in het bekken zakken. Op het moment dat de weeën regelmatig komen en ook niet meer afzakken, komt je terecht in de ontsluitingsfase.
Tijdens de ontsluitingsfase gaat de baarmoedermond open. Bij een eerste kindje moet de baarmoedermond eerst week worden en verkorten. Voor een deel kan dit soms al gebeuren tijdens de voorweeën. De ontsluitingsfase begint op het moment dat je regelmatige weeën hebt die zorgen voor ontsluiting. De snelheid van de ontsluiting is afhankelijk van meerdere factoren, zoals een eerste of tweede kindje, de kracht van de weeën en de ligging van het kindje. Bij een eerste kindje gaan we uit van gemiddeld één centimeter per uur vooruitgang. Bij een tweede kindje gaat dit meestal sneller. Het einde van de ontsluitingsfase is aangebroken als er tien centimeter ontsluiting is en het kindje diep genoeg in het bekken is ingedaald.
Pijnstilling
Er zijn verschillende mogelijkheden rondom pijnstilling. Om te beginnen zal je lijf op het moment dat je gaat bevallen zelf pijnstillers aanmaken. Deze hormonen heten endorfines en zorgen ervoor dat je minder pijn voelt. Angst of spanning belemmeren de aanmaak van endorfines. Het is daarom belangrijk om te ontspannen en zo comfortabel mogelijk te zijn tijdens de bevalling.
Er zijn verschillende mogelijkheden die je zelf kunt proberen, zoals een massage, een warme douche of kruik of concentreren op uw ademhaling. Probeer tussen de weeën door goed uit te rusten. Laat alle spanning van je afglijden en probeer op die manier te ontspannen. In ons Geboortecentrum werken we op verzoek met aromatherapie.
Als dit niet voldoende effect heeft en je toch graag medicamenteuze pijnstilling wenst, zijn er verschillende opties. Pijnstilling is 24 uur per dag, 7 dagen per week mogelijk. De pijnstilling die bij je past is afhankelijk van hoe ver je bent en hoe vlot de bevalling verloopt.
Nalbufine
Dit is een prik in het bovenbeen die binnen ongeveer 20 minuten werkt. Dit neemt niet de gehele pijn weg, maar haalt de scherpe kantjes van de wee. Tussendoor kunt je wat slaperig worden. De pijnstilling werkt ongeveer twee tot vier uur.
Ruggenprik
Eerst wordt de huid verdoofd en daarna wordt een dun slangetje ingebracht. Via dit slangetje kan gedurende een lange periode pijnstilling worden gegeven. De ruggenprik heeft voor- en nadelen. De belangrijkste voordelen zijn dat je (indien het goed werkt) geen pijn meer hebt en dat het langdurig werkt. De belangrijkste nadelen zijn dat je op het bed moet blijven liggen doordat je de controle over je onderlichaam verliest en de kans op een kunstverlossing toeneemt.
Uitdrijvingsfase
Op het moment dat je tien centimeter ontsluiting hebt, zal je merken dat de weeën anders aanvoelen. Je krijgt de neiging om mee te gaan duwen. Op een gegeven moment kun je deze druk niet meer tegenhouden en spreken we van persdrang. Op dat moment start de uitdrijvingsfase. Het persen duurt bij een eerste kindje gemiddeld één uur. Bij een tweede kindje duurt dit maximaal een half uur.
Nageboortetijdperk
Als het kindje geboren is en het goed doet, leggen we het kindje bij de moeder op de buik. Na de geboorte van je kindje moet de placenta (moederkoek) nog geboren worden. Dit gebeurt meestal binnen een halfuur nadat je kindje is geboren. Je krijgt een medicijn om de baarmoeder goed te laten samentrekken en het bloedverlies te beperken. Doordat de baarmoeder goed samentrekt, wordt vaak ook de placenta geboren. Nadat de placenta geboren is, zal de verloskundige kijken of er gehecht moet worden. Het eerste uur na de geboorte laten we het kindje bij de moeder op de buik liggen en wordt geprobeerd om het kindje aan de borst te leggen (als je hier voor kiest). Daarna wordt het kindje nagekeken en gewogen.