De bezetting op een ambulance bestaat standaard uit twee personen: een ambulanceverpleegkundige en een ambulancechauffeur. Beide hebben hun eigen taken en verantwoordelijkheden, maar staan uiteindelijk voor hetzelfde doel: patiëntgerichte medische eerste hulp verlenen.
Ambulanceverpleegkundige
De ambulanceverpleegkundige is verantwoordelijk voor de preklinische zorg die aan patiënten in en om de ambulance wordt gegeven, zoals het aanleggen van verbanden, het aansluiten van beademingsapparatuur, het toedienen van medicatie, injecteren of het geven van hartmassage. De ambulancezorg is er op gericht om de patiënten voor het vertrek naar een ziekenhuis zoveel mogelijk te stabiliseren.
Ambulancechauffeur
De ambulancechauffeur doet meer dan alleen het besturen van de ambulance. De ambulancechauffeur assisteert de ambulanceverpleegkundige. Op de plek van een ongeluk helpt de chauffeur bij het verzorgen en stabiliseren van slachtoffers en is de eerst verantwoordelijke voor de directe communicatie met de meldkamer over bijvoorbeeld de toestand van de patiënt. Ook is de ambulancechauffeur verantwoordelijk voor de dagelijkse staat van het voertuig.
Mobiel medisch team
Bij medisch complexe situaties kan het ambulanceteam een beroep doen op het Mobiel Medisch Team (MMT). Dit team bestaat uit een arts en een verpleegkundige. Zij ondersteunen het ambulancepersoneel bij medisch complexe situaties. Het MMT hoort bij Traumacentrum Zuid West Nederland, verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Vanwege het geografisch uitgestrekte gebied kan de ambulancedienst van ZorgSaam ook gebruik maken van medische gespecialiseerde ondersteuning uit België, de MUG-teams (Medisch Urgentie Geneeskundige). De meldkamer beslist over de inzet van MMT/MUG, afhankelijk van de situatie. Zowel het MMT als de MUG maakt bij daglicht gebruik van een traumahelikopter, ’s nachts is hier een speciaal ingericht voertuig voor.