In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een operatie waarbij de prostaat in het geheel wordt verwijderd door middel van een prostatectomie. U wordt opgenomen op de afdeling B1/Urologie in ons ziekenhuis. Op deze pagina vindt u informatie over de operatie.
De prostaat
De prostaat is een klier ter grootte van een walnoot. Hij bevindt zich rondom de plasbuis onder de blaas. Tussen de blaas en de prostaat bevindt zich een sluitspier van de blaas, de tweede sluitspier zit onder de prostaat. De prostaatklier produceert vloeistof, het prostaatvocht. Het prostaatvocht komt samen met het zaad (dat in de zaadbal wordt gemaakt) tijdens een zaadlozing naar buiten (sperma), en houdt de zaadcellen in leven tijdens hun tocht naar de eicel.
Algemeen
Sommige mannen krijgen op latere leeftijd klachten die samenhangen met het groter worden van de prostaat en aanleiding geven tot een prostaatoperatie. Deze klachten hebben bijna altijd iets te maken met het urineren: vaak urineren met meestal een aarzelend begin, een slappere straal waarbij persen geen duidelijke verbetering geeft, nadruppelen, een branderig gevoel bij het plassen of het gevoel hebben dat de blaas niet helemaal leeg komt. Ook neemt het aantal keren dat u ‘s nachts moet plassen toe.
Uit onderzoek is gebleken dat een ingreep aan uw prostaat noodzakelijk is. De prostaat is dusdanig gegroeid dat een verwijdering via de plasbuis (de Transurethrale resectie: TUR) niet meer mogelijk is. Het doel van de operatie is om uw plasklachten te verhelpen. Er zijn twee verschillende manieren van opereren:
Een Millin operatie (suprapubische: boven het schaambeen) bestaat uit de verwijdering van een goedaardige zwelling van de prostaat via een open operatie in de onderbuik. Het kapsel van de prostaat blijft zitten.
Een transvesicale prostatectomie (via de blaas) bestaat uit de verwijdering van een goedaardige zwelling van de prostaat via de blaas. Het kapsel van de prostaat blijft zitten.
Voorbereiding
Het is van groot belang dat u, indien u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, dit vooraf bespreekt met de uroloog of de anesthesist. In overleg met u bepaalt de uroloog of de anesthesist dan vanaf welk moment u, tijdelijk, met deze medicijnen moet stoppen.
Duur van het verblijf in het ziekenhuis
U moet rekenen op een verblijfsduur van ongeveer 6 à 7 dagen afhankelijk van het verloop en herstel.
De opname
Bij de opname (de dag van de operatie) vangt een verpleegkundige u op. Als u vragen heeft kunt u ze nu stellen. De verpleegkundige scheert uw huid op de plaats van het operatiegebied. De apothekersassistent komt langs om de medicatie te controleren.
Nuchter blijven
U heeft via de POS een afspraak gekregen over uw nuchter beleid voor de operatie.
Ook is het verstandig vanaf 24.00 uur niet meer te roken.
Operatie
Tijdens de operatie mag u geen sieraden, make-up, nagellak, gebit, contactlenzen of bril dragen. U krijgt een operatiejasje aan. Als de anesthesist dit heeft afgesproken, krijgt u daarna de premedicatie. Dit zijn medicijnen waarvan u wat slaperig wordt, zodat u rustig naar de operatiekamer gaat. De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer.
Ingreep
Millin prostatectomie:
De operatie gebeurt via een dwarssnede (incisie) boven het schaambeen in de onderbuik. Daarna wordt het prostaatkapsel geopend en wordt de goedaardige zwelling van de prostaat(prostaatadenoom) verwijderd. Het kapsel van de prostaat blijft aanwezig.
Transvesicale prostatectomie:
De snede (incisie) die moet worden gemaakt loopt dwars boven het schaambeen in de onderbuik. Daarna wordt de blaas en het prostaatkapsel geopend en verwijdert de arts de goedaardige zwelling van de prostaat (prostaatadenoom).
De operatie duurt ongeveer 90 minuten en vindt plaats onder algehele narcose. Ter bevestiging van een goedaardige vergroting, wordt het weggenomen prostaatweefsel altijd microscopisch onderzocht. De uitslag van dit onderzoek krijgt u zodra deze bekend is. Dit kan zijn tijdens uw verblijf in het ziekenhuis of tijdens uw poliafspraak na de operatie.
Kort na de operatie
Na de operatie ontwaakt u op de uitslaapkamer. Daar controleren we u regelmatig op bloeddruk, temperatuur, bloedverlies en de vitale functies. Kort na de operatie heeft u:
- Een infuus in de arm (voor het toedienen van vocht);
- Eén slangetje in de buurt van de wond voor het afvoeren van wondvocht (wonddrain)
- Een blaaskatheter in de plasbuis. Deze zorgt voor het gemakkelijk afvloeien van de urine. U moet er rekening mee houden dat er een spoelsysteem wordt aangelegd om eventuele bloedstolsels weg te spoelen. Als u na de operatie een sterke aandrang tot plassen krijgt, waarschuw dan de verpleegkundige. Het kan zijn dat de blaas reageert op de katheter of dat de katheter verstopt is. Bij verstopping kan er urinelekkage langs de katheter zijn. De urine kan er bloederig uitzien. Zonodig spoelt de verpleegkundige de blaaskatheter extra door of geeft u een medicijn tegen blaaskrampen. Aan de katheter zit een gewichtje, om de wond waar de prostaat heeft gezeten dicht te drukken. Deze blijft 2 uur zitten.
- Een suprapubisch katheter. Dit is een katheter die door de blaas de buikwand verlaat (alleen wanneer u een transvesicale prostatectomie heeft ondergaan).
- Soms een zuurstofslangetje in de neus.
- Een dun slangetje in de rug voor pijnbestrijding (epidurale katheter).
De dag van de operatie mag u niet drinken of eten
Terug op de verpleegafdeling
De verpleegkundige zal u de eerste dagen helpen bij de verzorging. Langzamerhand kunt u steeds meer zelf doen.
Eten en drinken
De eerste dag na de operatie mag u beginnen met drinken, dit wordt snel uitgebreid met voeding. Het is het belangrijk dat u goed drinkt, dat komt neer op 2 liter per dag. Daar verstaan we onder de dranken die u aangeboden krijgt zoals water, koffie, thee, vruchtensap, frisdranken maar ook soep, pudding of vla.
Beweging
Om complicaties te voorkomen is het belangrijk dat u zo snel mogelijk weer in beweging komt. U krijgt ter voorkoming van trombose iedere avond een injectie.
Pijnstilling
De eerste dagen heeft u nog de epidurale pijnstilling (slangetje in de rug). Deze wordt afgebouwd en verwijderd. U kunt dan indien nodig andere pijnstilling krijgen. Meestal is dit paracetamol.
Wonddrain
De wonddrain wordt verwijderd op afspraak van de arts. Het verwijderen hiervan ervaart men meestal als pijnloos.
Katheter
De katheter zal meestal 6 à 7 dagen of langer blijven zitten, de arts zal afspreken wanneer deze verwijderd mag worden. Het zou ook zo kunnen zijn dat u met katheter naar huis gaat.. Het spoelsysteem via de katheter stoppen we in overleg met de arts meestal de tweede dag na de operatie.
Mogelijke complicaties en veranderingen
Incontinentie
Meteen na het verwijderen van de katheter kan het voor u nog moeilijk zijn de urine volledig op te houden. Dit is van tijdelijke aard. Dit wordt veroorzaakt door de wond die de blaas prikkelt en het feit dat de krachtige blaas makkelijk urine perst door de nu goed doorgankelijke prostaat.
Seksualiteit
Veel mannen zijn bang dat ze door de operatie impotent zullen worden. Meestal zijn seksuele verlangens zoals potentie en het genot enkele maanden na de operatie hetzelfde als voor de ingreep. Er is een verschil in de seksualiteit. Hoewel het beleven van het orgasme hetzelfde is, blijft het droog. Bij de zaadlozing komt het sperma in de blaas terecht en wordt vervolgens uitgeplast.
Wondcomplicaties
Zoals bij iedere operatie kan een wondinfectie optreden. Deze kan over het algemeen goed worden behandeld.
Bloedverlies
Door deze ingreep zult u regelmatig wat bloed in de urine zien, dit is normaal. Bij extreem veel bloedverlies (donkerrood) waarschuwen we de arts.
Blaashals- of plasbuisvernauwing
Zoals bij iedere ingreep aan de lagere urinewegen kan door littekenvorming een vernauwing ontstaan. Deze complicatie is in het algemeen gemakkelijk te behandelen door oprekken. Dit kan op de polikliniek gebeuren. In sommige gevallen moet de vernauwing met een mesje worden geopend. Wanneer dit probleem optreedt zal de uroloog u regelmatig poliklinisch controleren.
Zaadlozing in ejaculatie
Na een prostatectomie vindt de zaadlozing altijd in de blaas plaats. U heeft dus na deze ingreep een droge ejaculatie en kunt geen kinderen meer krijgen. Er treedt verder geen verandering op in uw seksuele functie.
Ontslag
Ongeveer vanaf de 7e dag gaat u met ontslag. We geven u een afspraak mee voor uw poli bezoek. Meestal verwijderen we de hechtingen voordat u met ontslag gaat. Als u bloedverdunners gebruikte, mag u deze nog niet starten. Dit spreekt de arts bij uw volgende controle met u af.
Adviezen
- Drink per dag 1,5 tot 2 liter vocht. Als u te weinig drinkt, heeft u meer kans op urineweginfecties, nierstenen en obstipatie (harde ontlasting).
- Inspanning: Niet tillen en geen zware inspanningen, niet fietsen gedurende de eerste 6 weken.
- Bij pijn mag u maximaal 4 maal daags 2 paracetamol nemen.
- Niet persen bij ontlasting. Eventueel kan de ontlasting minder hard gemaakt worden met behulp van medicijnen.
- Enkele weken geen gemeenschap.
- Douchen is toegestaan. Baden mag een week nadat de hechtingen verwijderd zijn en de wond droog is.
Contact opnemen
Waarschuw de arts als:
- u aanhoudende pijn heeft die met paracetamol niet verdwijnt;
- u koorts heeft boven 38 ºC
- u niet kunt plassen.
- uw urine erg bloederig is en dit met veel drinken niet verdwijnt.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u tijdens kantooruren bellen met de polikliniek Urologie. Wij zijn graag bereid uw vragen te beantwoorden.
ZorgSaam ziekenhuis:
- locatie De Honte Terneuzen tel: 0115 – 688340
- locatie Antonius Oostburg tel: 0117 – 689373
- locatie Liduina Hulst tel: 0114 – 683020