Tijdens uw bezoek aan de polikliniek urologie heeft uw behandelend uroloog met u besproken dat er een vernauwing in uw plasbuis aanwezig is en heeft de uroloog gesproken over de wenselijkheid of noodzaak van een operatie. Op deze pagina kunt u alles nog eens rustig doorlezen. Het is niet de bedoeling dat deze folder de persoonlijke gesprekken met uw uroloog vervangt. Met problemen of vragen, ook naar aanleiding van deze folder, kunt u altijd terecht bij de assistente van de polikliniek urologie of uw uroloog.
De plasbuis
Een vernauwing van de plasbuis (urethrastrictuur) kan verschillende oorzaken hebben:
- anatomische aanleg (bijvoorbeeld kleppen in de plasbuis).
- plaatselijke beschadiging door ongeval.
- een ontsteking van de plasbuis.
- na het inbrengen van een katheter (slangetje via de plasbuis naar de blaas om de urine af te laten lopen).
- na een eerdere urologische ingreep via de plasbuis.
Door bovengenoemde oorzaken kan er littekenweefsel in de plasbuis zijn ontstaan, waardoor deze wordt vernauwd.
Hoe stel je een vernauwde plasbuis vast
De kracht van de urinestraal bij het plassen is minder geworden en er moet geperst worden om de blaas goed leeg te plassen. De tijd die nodig is om de blaas leeg te plassen, is toegenomen. Doordat de blaas soms niet goed leeg kan worden geplast, is er een grotere kans op een blaasontsteking. De vernauwing kan ook worden ontdekt bij het inbrengen van een katheter. Op de plek van de vernauwing kan de katheter niet verder worden opgevoerd en deze kan niet in de blaas worden gebracht.
Behandeling
Om de vernauwing in de plasbuis op te heffen, wordt het littekenweefsel in de plasbuis ingesneden. Deze operatieve ingreep heet een operatie volgens “Sachse” of “Otis”. De Sachse operatie is een ingreep die “onder zicht” wordt verricht. Bij een Otis operatie wordt de vernauwing “blind gekliefd”. Als er sprake is van een vernauwing op het einde van de plasbuis of de gehele plasbuis, dan kiezen we een Otis. Bij een vernauwing in het midden van de plasbuis of hogerop in de plasbuis (bij de prostaat) kan een Sachse worden toegepast. Uw uroloog bespreekt met u welke techniek hij zal toepassen om de vernauwing in uw plasbuis op te heffen.
Sachse urethrotomie
Via de plasbuis brengen we een kijkinstrument in. Dit is een hol buisje waardoor instrumenten kunnen worden ingebracht. Het kijkinstrument wordt ingebracht tot aan de vernauwing. Met een verschuifbaar mesje (urethrotoom) wordt de vernauwing gekliefd.
Otis urethrotomie
Hierbij wordt de plasbuis opgespannen voor zover de vernauwing dat toelaat. Met een klein mesje dat parallel aan het instrument beweegt, doen we een ondiepe klieving van enkele millimeters diepte, waardoor de plasbuis vernauwing wordt opgeheven.
Voorbereiding
Het is van groot belang dat u, indien u bloed verdunnende medicijnen gebruikt, dit vooraf bespreekt met de uroloog/ anesthesist. In overleg met u bepaalt de uroloog/ anesthesist dan vanaf welk moment u, tijdelijk, met deze medicijnen moet stoppen.
Opname en verblijf
Bij de opname (de dag van de operatie) vangt een verpleegkundige u op. Als u vragen heeft kunt u ze nu stellen. Verder scheert de verpleegkundige uw huid op de plaats van het operatiegebied. Het is in principe een dagopname. Het kan gebeuren dat u nog een nachtje in het ziekenhuis moet blijven.
Nuchter blijven
Indien u in de ochtend geopereerd wordt kunt u tot 24.00 uur normaal eten en drinken. Daarna moet u nuchter blijven. Dit betekent dat u niets meer mag eten. Wel mag u tot vier uur voor de operatie heldere vloeistoffen drinken (geen koffie of melkproducten). Ook is het verstandig vanaf 24.00 uur niet meer te roken. Bent u in de middag aan de beurt mag u nog een licht ontbijt gebruiken.
Operatie
Tijdens de operatie mag u geen sieraden, horloge, contactlenzen, gebit of bril dragen. U krijgt een operatiejasje aan. Daarna krijgt u de premedicatie voor de narcose. Dit zijn medicijnen waarvan u wat slaperig wordt, zodat u rustig naar de operatiekamer gaat. De verpleegkundige brengt u naar de recovery, hier bereiden ze u verder voor op de operatie. Na de operatie ontwaakt u op de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent en als het gevoel in de benen terug begint te komen (na een ruggenprik) gaat u in principe terug naar de verpleegafdeling. Daar controleert de verpleegkundige regelmatig de bloeddruk, het hartritme en de urineproductie.
Direct na de operatie heeft u een katheter in de blaas. Dit is een slangetje via de plasbuis dat ervoor zorgt dat de urine uit de blaas kan lopen. U hoeft dan niet zelf te plassen, en zo kan het wondgebied tot rust komen. De urine kan in het begin nog wat rood van kleur zijn. De katheter kan de blaaswand irriteren en dat kan u het gevoel geven dat u moet plassen of pijn aan de top van de penis veroorzaken. Dit wordt ‘blaaskramp’ genoemd. Als u last heeft van blaaskramp, bespreek dit dan met de verpleegkundige. Zij kan u hiervoor medicijnen geven. U heeft een infuus in uw hand of arm. U mag kort na de operatie weer beginnen met eten en drinken. Als het eten en drinken goed gaat, mag het infuus dezelfde avond eruit.
De eerste dag na de operatie
Meestal verwijderen we de eerste dag na de operatie de katheter als de urine helder is. Als u voor dagopname bent opgenomen krijgt u hier instructies over voor u met ontslag gaat. U gaat weer zelf plassen. In het begin kan het plassen een branderig gevoel geven. Door goed te drinken (ongeveer 2,5 liter) spoelt u de blaas en verdwijnen deze klachten meestal snel. Ook kan er wat bloed bij de urine zitten. De verpleegkundige zal u vragen om te waarschuwen wanneer u geplast heeft, zodat zij met behulp van een echo apparaat kan zien of u de blaas goed heeft leeg geplast. Als het plassen goed gaat, mag u in de loop van de dag naar huis. In sommige gevallen spreekt de uroloog af dat de katheter voor langere tijd moet blijven zitten. U hoeft hiervoor niet in het ziekenhuis te blijven. U zult in dat geval instructie krijgen van de verpleegkundige hoe u hier thuis mee moet omgaan. Er worden op dat moment ook afspraken met u gemaakt over wanneer de katheter er dan uit mag. Dit gebeurt meestal poliklinisch.
Leefregels
De volgende regels dienen na de operatie gedurende 4 weken in acht te worden genomen:
- niet fietsen of op een hometrainer oefenen.
- geen seksuele activiteiten ondernemen.
- geen alcohol gebruiken.
- geen scherpe spijzen zoals peper, sambal en kruiden gebruiken.
- de voorgeschreven medicijnkuurgeheel afmaken.
- voldoende drinken (ca. 2,5 liter per dag).
- zorgdragen voor een regelmatige, makkelijke stoelgang door middel van een vezelrijk dieet (met bruin brood, zemelen e.d.). Als de stoelgang problemen blijft geven ondanks een vezelrijk dieet kunt u de huisarts inschakelen.
Complicaties bij een Sachse / Otis operatie
Bij elke ingreep, hoe klein ook, kunnen er problemen optreden. Deze complicaties kunnen bestaan uit een infectie of een nabloeding.
Lange termijn gevolgen van de operatie
Na een Sachse of Otis operatie bestaat de kans dat de vernauwing in de plasbuis zal terugkeren. Het is vaak moeilijk te voorspellen binnen welke termijn dit zich zou kunnen voordoen. Als een gevolg van de operatie zal er namelijk weer littekenweefsel ontstaan in de plasbuis. Dit littekenweefsel kan voor een nieuwe vernauwing zorgen. Soms blijven deze vernauwingen terugkeren. Uw uroloog zal met u dan een behandelstrategie bespreken. Om een nieuwe vernauwing te voorkomen, is het noodzakelijk om de doorgang van de plasbuis open te houden. Dit kan door middel van een katheter (slangetje) dat wordt opgevoerd tot voorbij de vernauwing. Dit noemen we dilateren (verwijden). Door dit zelf wekelijks te doen blijft de plasbuis doorgankelijk. De katheter hoeft niet tot in de blaas te worden ingebracht. Als deze behandeling voor u noodzakelijk is, maken we een afspraak bij de incontinentieverpleegkundige. Zij zal u het dilateren aanleren en u hierin begeleiden. Uw uroloog bespreekt voorafgaand aan de ingreep met u de kans op het ontstaan van deze klachten.
Vragen
Uw behandelend uroloog bespreekt met u de verdere gang van zaken na de operatie. Als u nog vragen heeft over de operatie en de gevolgen ervan kan u deze bespreken met uw behandelend arts.
Neemt u tot de eerste poliklinische controle na ontslag uit het ziekenhuis contact op als:
- u aanhoudende (buik)pijn heeft welke niet verdwijnt met het gebruik van vier maal daags – om de 6 uur – twee tabletten paracetamol van 500 mg.
- u hevig bloedverlies heeft uit de plasbuis of grote bloedstolsels uitplast.
- u koorts heeft boven de 38,5 ºC of langer dan 24 uur vanaf 38ºC.
Tijdens kantooruren belt u de polikliniek urologie ZorgSaam Zeeuws-Vlaandeen
- locatie De Honte Terneuzen tel: 0115 688340
- locatie Antonius Oostburg tel: 0117 459373
- locatie Luduina Hulst tel: 0114 373020
Buiten kantoortijden kunt u indien nodig bellen met het Avond, Nacht en Weekend Hoofd: Telefoon 0115-688156