In overleg met uw arts is besloten om bij u een nefrostomiekatheter in te brengen. Dit is een dun slangetje dat via de huid in uw flank in het nierbekken wordt gebracht. Hierdoor kan de urine uit de nier in een opvangzak opgevangen worden. Het inbrengen van deze katheter is noodzakelijk als de passage van urine tussen de nier en de blaas verhinderd is. Dit noemen we obstructie. Oorzaken van obstructie kunnen zijn:
- Een steentje in de urineleider. Wanneer de urine niet langs de steen kan passeren, ontstaat er uitzetting van het nierbekken. Dit heet “stuwing”. Als deze urine geïnfecteerd raakt, ontstaat er een bedreigende situatie. De nefrostomie katheter moet dan direct geplaatst worden om de infectie te behandelen. De nefrostomie katheter ontlast de gestuwde en/of ontstoken nier. Nadat de infectie tot rust is gekomen, kunnen we de steen verwijderen.
- De urineleider(s) worden van buitenaf dichtgedrukt door bijvoorbeeld een gezwel in de onderbuik.
- Ook kan een nefrostomie katheter ingebracht worden als voorbereiding op een operatie. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verwijderen van stenen uit de nier of om een operatie van een vernauwing in de urineleider door littekenweefsel.
Een nefrostomie katheter vereist een speciale verzorging. Wanneer de katheter langere tijd blijft zitten, kan deze verzorging meestal door een (wijk)-verpleegkundige worden gegeven.
Voorbereiding
- Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt(zoals Ascal, Sintrom, Marcoumar, Acenocoumarol), moet u daarmee een week voor de ingreep stoppen.
- Het is niet nodig om nuchter te zijn voor deze ingreep, tenzij deze onder narcose plaats vindt.
- Nadat de nefrostomiekatheter is ingebracht, nemen we u meestal voor een korte tijd in het ziekenhuis op.
De ingreep
De ingreep vindt meestal onder plaatselijke verdoving plaats op de polikliniek urologie. U ligt op uw buik, ondersteund door een kussen. We desinfecteren uw huid. Hierna verdoven we de huid en diepere lagen met een injectie. Met behulp van een echo apparaat prikt de arts de nier aan met een dunne naald. Als de arts zeker weet dat de naald in het verzamelsysteem van de nier zit, vervangt hij de naald door een speciale draad, “de voerdraad”. Over deze draad kan hierna de nefrostomie katheter in het nierbekken gebracht worden. Deze nefrostomie katheter blijft in de nier op zijn plaats liggen, omdat deze met een krul vast zit in het nierbekken en aan de huid vast gehecht wordt.
Door de nefrostomie katheter kan de urine naar buiten toe aflopen en opgevangen worden in een katheter zak. Over de nefrostomie katheter komt een steriel gaas, gefixeerd met pleisters.
Omgaan met de katheter
De insteekopening van de nefrostomie katheter moet u dagelijks schoonmaken met desinfectans en afdekken met een schoon steriel gaas(splitgaas). De verpleegkundige zal u dit voordoen.
Aan de nefrostomie katheter zit een urine-opvangzak. Deze kan eventueel met een bandsysteem of een kous op het bovenbeen worden vast gemaakt. Van het ziekenhuis krijgt u een nefrostomie katheter pakket mee naar huis. Er zijn twee soorten katheterzakken: beenzakken(voor de dag) en nachtzakken (voor de nacht, deze zijn groter). In het pakket vindt u ook een telefoonnummer van de firma. Als het materiaal op is, kunt u telefonisch bij deze firma bijbestellen. Als u de zakken schoonspoelt, kunt u deze 5 dagen gebruiken.
Douchen met een nefrostomie katheter is geen bezwaar. In bad gaan of zwemmen is niet toegestaan.
Rondom elke katheter kan “reactieweefsel” ontstaan. Een arts of verpleegkundige kan dit overmatige weefsel aanstippen met zilvernitraat.
Verwisselen van de nefrostomie katheter
De nefrostomie katheter hoort volgens afspraak met de uroloog gewisseld te worden. Dit kan gemakkelijk en vrijwel pijnloos over een voerdraad en via de oude opening plaatsvinden.
Zo nodig kan een dikkere nefrostomie katheter ingebracht worden.
Wat te doen als de nefrostomie katheter eruit is gevallen?
Ondanks dat de nefrostomie katheter goed vast gemaakt wordt, kan deze los raken uit de nier. Als dit thuis gebeurt, moet u snel contact opnemen met het ziekenhuis. We zullen proberen om een nieuwe nefrostomiekatheter via het oude kanaaltje in te brengen. Mocht het niet lukken langs het oude kanaaltje, dan moet er een nieuwe nefrostomie katheter volgens voorgaande procedure ingebracht worden.
Controle
De uroloog zal de verdere gang van zaken met u bespreken.
Complicaties
Tijdens iedere ingreep kunnen complicaties optreden. Deze zijn echter zeer zeldzaam.
Tijdens het aanprikken van de nier kan een bloeding optreden. Vaak stopt deze bloeding vanzelf. Heel zelden is een operatie aan de nier nodig om de bloeding te laten stoppen.
Wanneer moet u contact opnemen met het ziekenhuis?
- Als de nefrostomie katheter eruit is gevallen.
- Als er geen urine meer in de nefrostomie katheterzak komt, met pijn en koorts. Dit kan komen doordat:
- De nefrostomie katheter ergens is geknikt(controleer dit thuis)
- De nefrostomie katheter verstopt is
- De nefrostomie katheter niet meer goed in de nier zit.
- Bij urinelekkage naast de nefrostomie katheter , dit kan komen doordat de nefrostomie katheter geknikt is, verstopt is of niet meer goed in de nier zit.
- Bij koorts boven de 38.5 ° C.
Tot slot
Als u door ziekte of een andere reden niet op de afspraak kunt komen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek urologie. In uw plaats kan dan een andere patiënt worden geholpen.
Belangrijke telefoonnummers
Deze informatie beschrijft de algemene procedure en is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Heeft u na het lezen hiervan behoefte aan meer informatie, dan kunt u contact opnemen met polikliniek urologie.
- Locatie De Honte in Terneuzen: 0115 68 83 40
- Locatie Antonius in Oostburg: 0117 45 93 73
- Locatie Liduina in Hulst: 0114 37 39 00