Het glasvocht (ook wel glasachtig lichaam genoemd) is een gelei dat het grootste deel van het oog opvult. Het bevindt zich achter de ooglens. Normaal glasvocht laat lichtstralen ongehinderd door naar het netvlies.
Wanneer is een vitrectomie nodig?
Een vitrectomie is nodig wanneer er troebelingen in het glasvocht zijn of wanneer er op het netvlies littekenweefsel is gevormd. Troebelingen houden lichtstralen tegen. Littekenweefsel kan het netvlies van zijn plaats trekken, zodat het niet goed kan functioneren. Troebelingen en littekenvorming kunnen vele oorzaken hebben. De belangrijkste zijn een netvliesloslating, suikerziekte, afwijkingen van bloedvaten in het oog, een ongeval en bepaalde veranderingen door ouderdom. Soms kan het littekenweefsel vervorming van de gele vlek veroorzaken (pucker). In andere gevallen kan het een gat in de gele vlek(macula) veroorzaken. Dit zorgt voor een enorme vermindering van het centrale zicht.
Hoe wordt de vitrectomie verricht?
Bij een vitrectomie opent de arts eerst het bindvlies rond het oog. Vervolgens worden drie kleine openingen in de harde oogrok vlak naast het hoornvlies gemaakt. Bij de operatie verwijdert de arts zoveel mogelijk glasvocht en littekenweefsel. Het glasvocht wordt meestal vervangen door een speciale vloeistof, maar soms door gas of olie.
Het kan nodig zijn tijdens de operatie een kunststof bandje (cerclage-bandje) rond het oog aan te brengen om het netvlies extra steun te geven. Dit bandje is van buitenaf niet zichtbaar en hoeft niet verwijderd te worden.
Soms moet de ooglens verwijderd worden. In een aantal gevallen kan de verwijderde ooglens door een kunstlens worden vervangen. Meestal zal het aanbrengen van een cerclage-bandje en het verwijderen of vervangen van de ooglens tevoren met u worden besproken. Bij onvoorziene omstandigheden zal de arts tijdens de operatie de beslissing moeten nemen.
Zoals eerder aangegeven wordt bij een vitrectomie het glasvocht vervangen door een speciale vloeistof, gas of olie. Gas en olie worden gebruikt om het netvlies na de operatie enige tijd steun te geven. De ernst en aard van de oogafwijking bepalen de keuze tussen vloeistof, gas of olie. De keuze wordt voor de operatie met u besproken. Soms zal de arts tijdens de operatie moeten besluiten van deze keuze af te wijken.
De speciale vloeistof wordt snel vervangen door vocht dat het oog zelf maakt.
Ook gas wordt door eigen vocht vervangen, maar blijft langer in het oog. Zolang er een grote gasbel in het oog zit, kunt u weinig zien. Na verloop van tijd merkt u dat u over de gasbel heen kunt kijken en de bel langzaam uit het oog verdwijnt. Bij gebruik van gas is het meestal nodig dat u gedurende een aantal dagen na de operatie een bepaalde houding aanneemt. Zolang de gasbel groot is, kunt u in ieder geval beter niet langdurig plat op uw rug liggen. De gasbel drukt dan namelijk tegen de ooglens aan.
Olie verdwijnt niet vanzelf, maar moet met een tweede operatie verwijderd worden. Deze operatie zal meestal enkele maanden na de eerste operatie plaatsvinden.
Het gebruik van olie heeft voor u als voordeel dat u er enigszins doorheen kunt kijken en dat na de operatie geen speciale houding nodig is.
Opname
Voor een vitrectomie kunt u enkele dagen in het ziekenhuis worden opgenomen.
De operatie
Afhankelijk van de ernst van de afwijking kan de operatie van een half uur tot enkele uren duren. Bij een korte operatie kunt u kiezen tussen plaatselijke of algehele verdoving. Bij een lange operatie zal de arts meestal algehele verdoving aanraden.
Na de operatie
Na de operatie zal het zien in de loop van enkele weken tot maanden geleidelijk verbeteren. Hoe goed de werking van de gele vlek (het scherpe zien) wordt, hangt af van de oorzaak en ernst van de oogafwijking. Meestal herstelt het gezichtsveld zich vrijwel volledig. Het uiteindelijk resultaat van de operatie is vaak moeilijk te voorspellen. De verwachtingen worden voor de operatie zo goed mogelijk aangegeven. Soms zijn meerdere glasvocht operaties nodig om het doel te bereiken. Als de ooglens bij de operatie verwijderd is en er geen kunstlens is ingebracht, moet later een contactlens gedragen worden. Het kan ook zo zijn dat er alsnog -met een extra operatie- een kunstlens in het oog wordt aangebracht.
Complicaties
Zoals bij ieder operatie kan ook na een vitrectomie een nabloeding of infectie optreden. Bij een bloeding wordt het hele beeld plotseling wazig. Een bloeding verdwijnt meestal vanzelf. Een infectie komt zelden voor, maar kan ernstige gevolgen voor het zicht hebben.
Als u nog niet aan staar geopereerd bent, is enige tijd na een vitrectomie een staaroperatie nodig. Bij patiënten op hogere leeftijd ontwikkelt de staar zich binnen één tot drie jaar. Bij jongere patiënten kan dit veel langer duren. Het ontstaan van staar merkt u op door een langzame achteruitgang van de gezichtsscherpte.
Soms is na de operatie de oogdruk tijdelijk te hoog. De oogdrukverhoging wordt meestal met extra oogdruppels behandeld.
Soms treedt na de operatie (opnieuw) een netvliesloslating op. Bij een netvlies-loslating valt een deel van het gezichtsveld weg. De kans op een netvliesloslating is het grootst in de eerste maanden na de vitrectomie. Het is verstandig in deze periode het gezichtsveld af en toe zelf te controleren. Dit kunt u doen door uw hand in het gezichtsveld te bewegen, terwijl u recht vooruit blijft kijken en het niet geopereerde oog dicht houdt. Uw hand moet dan rondom overal evengoed zichtbaar zijn. Bij een netvliesloslating is meestal een nieuwe operatie nodig.
Nabehandeling
Meestal blijft u tot enkele weken na de operatie oogdruppels gebruiken. Hechtingen hoeven niet te worden verwijderd, maar ze kunnen vooral de eerste week irritatie geven. Het oog blijft enkele weken wat gevoelig, rood en gezwollen en in die tijd zult u fel licht waarschijnlijk slecht verdragen. Na één tot enkele weken kunt u al uw bezigheden weer hervatten. Wanneer een cerclage-bandje is aangebracht, wordt na drie maanden uw brilsterkte aangepast. De brilsterkte zal veranderen, omdat uw oog door het bandje iets van vorm is veranderd.
Tot slot
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen dan kunt u contact opnemen met de polikliniek oogheelkunde, telefoonnummer 0115 – 688488.
September 2020