U wordt binnenkort opgenomen voor een operatie aan de dikke darm. Bij deze operatie wordt het programma ERAS toegepast. Dit programma bestaat uit vele elementen van zorg, die er samen voor zorgen dat u na de operatie sneller zult herstellen.
Wij stellen u als patiënt centraal, het programma zullen we afstemmen op uw kunnen.
ERAS is een afkorting van de Engelse woorden: Enhanced Recovery After Surgery.
Dat betekent een versneld hertel na een operatie, in dit geval darmchirurgie.
Het ERAS programma is een kwaliteitsprogramma rondom een operatie, waarin alle factoren die een positieve invloed hebben op uw herstel zijn samengebracht.
De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de factoren die van invloed zijn op het herstel na een operatie. Zo blijkt het herstel na de operatie versneld te kunnen worden door:
- Een operatie met kleine insnijding door de chirurg (laparoscopie): Hoe minder schade aan weefsel wordt aangericht, des te sneller is het herstel
- Een optimale pijnbestrijding, waarbij niet alleen de pijn effectief wordt bestreden, maar waarbij nadelige effecten van pijnbestrijding (op maag- en darmwerking) worden geminimaliseerd.
- Een zo kort mogelijke periode van bedrust, zodat verlies van spierkracht wordt beperkt.
- Een zo kort mogelijke periode van voedselonthouding, zodat maag en darmen weer sneller optimaal functioneren. Gewichtsverlies, en ook verlies van spiermassa en kracht wordt tegengegaan.
Optimale zorg voor de operatie
Een goede voorlichting is belangrijk. U wordt precies op de hoogte gebracht van het traject, zodat u weet wat u te wachten staat.
Na het bezoek aan de arts krijgt u een afspraak bij de stoma- coloncare verpleegkundige.
Zij geeft u uitgebreid uitleg over het ERAS programma en wat dit voor u betekent.
Ook krijgt u een afspraak bij het preoperatieve spreekuur (POS). U heeft een gesprek met o.a. de anesthesist of medewerker anesthesie. Deze beoordeelt het risico van de narcose en zal zo nodig aanvullend onderzoek aanvragen om uw hart- en longfunctie in kaart te brengen.
Dit kan zijn bloedonderzoek, een hartfilmpje of een bezoek aan cardioloog of longarts.
Als u vragen heeft over de narcose of pijnstilling na de operatie, dan kunt u die stellen tijdens het gesprek met de anesthesist of medewerker anesthesie.
U wordt aangemeld bij de afdeling diëtiek. Zij gaan u voedingstoestand in kaart brengen en zo nodig hierin bijsturen zodat u met een optimale voedingstoestand de operatie in zal gaan. Ook dit is van groot belang voor het herstel. Dit zal veelal telefonisch gebeuren.
SDD – Selectieve Darm Decontaminatie
Uw chirurg kan SDD suspensie voorschrijven. Hier moet u 3 dagen voor de operatie mee starten.
De reden hiervoor is om de kans op een infectie na de operatie te verminderen.
SDD suspensie bestaat uit een combinatie van antibiotica, namelijk Tobramycinesulfaat en Colistinesulfaat. Deze antibiotica is enkel werkzaam in de darm en wordt niet opgenomen in de bloedbaan.
Bijgaand (en onderaan deze pagina) ontvangt u een formulier met een aftekenschema. Zo kunt u precies zien wanneer u de SDD moet innemen. Lees voor gebruik de bijsluiter goed door.
Darmvoorbereiding
Het is mogelijk dat u voor de operatie de gehele darm moet reinigen.
Totale reiniging van de darm: In enkele gevallen zal u de darm volledig moeten reinigen. U wordt in dit geval een dag voor de operatie om 13.00 uur opgenomen op de afdeling chirurgie.
U krijgt na de opname een infuus om uw vochthuishouding op peil te houden tijdens het laxeren.
U gaat 2 tot 3 liter water drinken met medicatie die uw darm zal ledigen.
De volgende ochtend zal u klaargemaakt worden voor de operatie.
Indien u aan het linkse deel van uw darm wordt geopereerd, krijgt u van de stoma-coloncare verpleegkundige of de arts een recept mee voor 2 flacons Klyx. Dit is een laxeermiddel wat u rectaal (via de anus) in moet brengen:
- De eerste flacon de avond voor de operatie (1 flacon)
- De tweede flacon (1 flacon) op de ochtend van de operatie. Doe dit 2 uur voor de opname.
Dit kunt u thuis doen, eventueel met hulp van uw naaste. U wordt opgenomen op de dag van de operatie. Indien u niet in staat bent om zelfstandig het laxeermiddel te gebruiken, dan regelen we dat u de avond voorafgaand aan de operatie wordt opgenomen. Zo kunnen we u helpen met het toedienen van het laxeermiddel.
Wordt u aan het rechtse deel van uw darm geopereerd, dan hoeft u niet te laxeren. De ontlasting in dit deel van de darm is nog heel dun en kan door de chirurg gemakkelijk worden verwijderd.
U wordt opgenomen op de dag van de operatie.
Stomaplaats bepalen
Het is mogelijk dat de chirurg opdracht geeft om uit voorzorg een plaats af te tekenen op uw buik voor het aanleggen van een stoma. Dit betreft dan een preventieve maatregel. Indien dit het geval is zal de stoma- coloncare verpleegkundige u hier meer uitleg over geven.
Sondes, katheters en drains
In het ERAS programma wordt het gebruik van sondes, katheters en drains zo veel mogelijk beperkt. Alleen als de chirurg het nodig acht kunt u wakker worden met een van bovenstaande lijnen. In principe wordt u wakker uit de narcose met alleen een infuus met vocht. Via dit infuus kan ook de nodige medicatie worden gegeven als pijnstilling of medicatie tegen de misselijkheid.
Voeding de dag voor de operatie
Het is belangrijk om de dag voor de operatie minstens anderhalve liter te drinken. Uiteraard neemt u geen alcoholische dranken de dag voor de operatie.
Tot middernacht mag u alles eten en drinken. Daarna mag u alleen nog water drinken tot 2 uur voor opname. Met de anesthesist is afgesproken welke medicijnen u op de dag van de operatie mag innemen. Deze medicijnen neemt u in met een slokje water.
Optimale zorg na de operatie
Eten en drinken
Als u wakker wordt, ligt u op de recovery (uitslaapkamer.) Hier krijgt u al een waterijsje aangeboden. U mag meteen na de operatie weer drinken.
Bij terugkomst op de afdeling wordt de voeding binnen enkele uren weer opgebouwd naar licht verteerbare voeding. Dit betekent in de meeste gevallen dat u tijdens de avondmaaltijd weer een boterham mag eten. De maaltijden worden aangeboden aan tafel. Ook krijgt u elke dag minimaal 1 kan water van anderhalve liter. Deze moet u gedurende de dag opdrinken. Zodra dit goed gaat, kan het infuus met vocht worden afgebouwd en gestopt.
Tijdens de opname worden de maaltijden zo nodig aangevuld met energierijke bijvoeding bv. Nutridrink. Hiervan krijgt u er 2 per dag. De diëtiste zal dit nauwlettend opvolgen en zo nodig bijsturen.
Kauwgom
Wij vragen u om 4 tot 6 keer per dag minimaal 15 minuten op een kauwgom te kauwen. De kauwgom wordt aangeboden door de voedingsassistente op de afdeling.
Het is bewezen dat dit de werking van de darmen stimuleert. Dat komt ten goede aan uw herstel.
Pijnbestrijding
Als basis pijnbestrijding krijgt u 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg.
Meerdere keren per dag vragen we om een cijfer te geven voor de pijn die u ervaart.
Dit doen we op een schaal van 0 tot 10, waarbij 0 geen pijn aangeeft en de 10 de meest ondragelijke pijn. Op basis hiervan krijgt u naast de paracetamol nog extra pijnmedicatie.
Het is belangrijk dat u met de juiste pijnstilling voldoende kan doorademen en onbeperkt kan bewegen.
Bewegen
Bij terugkomst op de afdeling zullen we nog diezelfde avond gaan starten met mobiliseren (bewegen).
U zal in ieder geval even op de rand van het bed komen zitten. Vanaf de volgende dag komt u meerdere keren uit bed en zullen we het mobiliseren iedere dag uitbreiden.
De fysiotherapeut komt bij u langs om longoefeningen met u te doen. Het is belangrijk dat de longen goed kunnen ontplooien om een longontsteking te voorkomen. Hiervoor is het nodig om goed rechtop te zitten.
Geeft u het aan als u door de pijn niet in staat bent om de longoefeningen te doen of te mobiliseren. De pijnstilling kan dan worden aangepast.
Laxantia
U krijgt tijdens uw opname 2 keer per dag een laxeermiddel aangeboden. Dit is ter bevordering van de werking van de darm en om verstopping te voorkomen. In de meeste gevallen krijgt u 2 keer per dag magnesiumhydroxide kauwtabletten. Het medicijn werkt het beste als u daarbij goed drinkt.
Door bovenstaande ERAS elementen toe te passen zorgen we ervoor dat de darm weer snel zal gaan werken. Dit begint met rommelingen in de buik, gevolgd door het laten van windjes.
Binnen 2 tot 3 dagen verwachten we dat u weer ontlasting zal hebben. Aan het begin zal dit nog dun en eventueel waterig zijn. Het kan gebeuren dat u de eerste ontlasting niet goed kan ophouden. Hiervoor kunt u incontinentiemateriaal vragen aan de verpleging. Schaamt u zich hier vooral niet voor. Dit is een veelvoorkomend probleem en gaat ook weer snel over.
Eigen bijdrage aan herstel
Met dit ERAS programma is het de bedoeling dat u zo snel mogelijk herstelt. Hiervoor is het belangrijk dat u zelf een actieve bijdrage levert.
Optimale zorg na ontslag
Enkele voorwaarden voor ontslag uit het ziekenhuis zijn:
- U voelt dat u in staat bent om naar huis te gaan;
- U hebt ontlasting gehad;
- U verdraagt normale voeding;
- U hebt goede pijnstilling.
De beslissing of u naar huis mag, wordt in overleg met u genomen door de chirurg. Als u voor de operatie zelfstandig functioneerde, heeft u in principe geen extra zorg nodig thuis. Wel is het prettig als u de eerste twee weken wat hulp kunt krijgen van partner, familie of andere naasten. Zware huishoudelijke klussen zullen misschien nog moeilijk zijn.
Zorg ervoor dat u voldoende paracetamol in huis hebt voor de eerste periode thuis.
Complicaties
Na iedere operatie kunnen complicaties (problemen) optreden zoals een longontsteking of blaasontsteking. De belangrijkste complicaties na een operatie aan de dikke darm zijn:
- Naadlekkage, een lek op de plaats waar de darm, nadat het zieke stuk is verwijderd, weer aan elkaar wordt gemaakt. De inhoud van de darm lekt weg in de buik en kan voor een ontsteking aan het buikvlies zorgen. Kenmerken zijn een bolle, gespannen buik, misselijkheid, braken, buikpijn en koorts. Als er sprake is van een naadlekkage moet u opnieuw geopereerd worden. Meestal wordt er dan een (tijdelijk) stoma aangelegd. Als dit bij u het geval is, geeft de stoma- coloncare verpleegkundige u meer informatie hierover.
- Wondinfectie, een ontsteking van de huid op de plaats van de hechtingen. De symptomen zijn roodheid van de huid of het lekken van wondvocht. Bij een wondinfectie worden de hechtingen eventueel verwijderd, zodat het wondvocht uitgespoeld kan worden.
Als u antibiotica krijgt, moet u een paar dagen langer in het ziekenhuis blijven.
Wanneer uw situatie na een paar dagen thuis achteruitgaat, bijvoorbeeld door buikpijn, braken, hevige rugpijn of koorts moet u contact opnemen met de dienstdoende chirurg. Geef aan dat u volgens het ERAS programma bent geopereerd.
- Binnen kantooruren neemt u contact op met het secretariaat chirurgie, tel: 0115-688423 of 0115-688020
- Buiten kantooruren neemt u contact op met de Spoedeisende Hulp (SEH), tel: 0115-688314
Nazorg
Wij vragen u de eerste week na ontslag iedere ochtend de temperatuur op te nemen.
Als de temperatuur boven de 38 graden komt, controleert u na 2 uur de temperatuur nog een keer.
Blijft de temperatuur boven de 38 graden, dan neemt u contact op met één van bovenstaande nummers.
De stoma-coloncare verpleegkundige neemt binnen 1 week na ontslag uit het ziekenhuis telefonisch contact met u op. In dit nazorggesprek bespreken ze hoe het met u gaat nu u thuis bent. Als u naar aanleiding van het gesprek nog vragen heeft, kunt u zelf ook contact opnemen met de stoma–coloncare verpleegkundige. Dat kan op maandag en woensdag tussen 08:00 – 14.00 uur via tel: 0115-688323. U kunt ook mailen naar stomazorg@zzv.nl.
September 2024