Bij de ziekte van Dupuytren ontstaan goedaardige bindweefselwoekeringen in een bindweefselvlies in de handpalm. In het begin kunt u de bindweefselwoekeringen voelen als knobbels, na verloop van tijd worden het harde strengen. Hierdoor schrompelt het bindweefselvlies. Uw vingers kunnen daardoor in een buigstand gaan staan (contractuur). De aandoening wordt daarom ook wel contractuur van Dupuytren genoemd. Nog een andere naam is fibrosis palmaris (fibrosis betekent goedaardige toename van bindweefsel en palmaris is het Latijnse woord voor handpalm). Overigens ontwikkelt zich bij deze ziekte niet altijd een contractuur; soms stopt de ziekte voordat dat stadium wordt bereikt.
De ziekte van Dupuytren ontstaat meestal bij mensen vanaf ongeveer vijftig jaar en komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Erfelijkheid speelt een rol. Vaak zijn beide handen aangedaan, meestal de ringvinger en de pink. Sommige mensen hebben daarbij gelijksoortige aandoeningen op andere plaatsen, bijvoorbeeld de voetzolen. De ziekte van Dupuytren is over het algemeen pijnloos en de contracturen kunnen verholpen worden door één of meer operaties. De ziekte zelf wordt daarmee overigens niet genezen.
Behandeling
De ziekte van Dupuytren wordt pas behandeld als er contracturen ontstaan. De bindweefselstrengen die de dwangstand van uw vingers (contractuur) veroorzaken, worden dan chirurgisch verwijderd. De chirurg maakt daarvoor een aantal sneden aan de binnenkant van uw hand en haalt het zieke bindweefsel weg. Afhankelijk van de ernst van de woekeringen duurt de operatie ongeveer drie kwartier tot twee uur. Het is verstandig om vanaf enkele dagen voor de operatie niet te roken. U krijgt voor de operatie een plaatselijke verdoving (alleen uw arm wordt dan verdoofd) of een algehele narcose. Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld coumarine, marcoumar, sinaspril, sintrom, ascal, APC, asprobruis, kinderaspirine) moet u dit melden aan uw arts. Het gebruik van deze medicijnen moet meestal vijf tot zeven dagen voor de ingreep te worden gestaakt. Instructies hierover krijgt u op het preoperatief spreekuur.
Na de operatie
Na de operatie is uw hand waarschijnlijk wat gevoelig. U mag uw hand snel weer gebruiken, maar vanwege de hechtingen en het verband kan dat in het begin maar beperkt. Het komt vaak voor dat de ziekte van Dupuytren na enige tijd weer terugkeert. Dan is een nieuwe operatie nodig. Daarnaast kan het gebeuren dat de ziekte na de operatie op een andere plek in de hand ontstaat. Ook dan wordt u opnieuw geopereerd. Over het algemeen geldt dat u niet te lang met de ziekte van Dupuytren moet blijven rondlopen als zich eenmaal een contractuur heeft ontwikkeld. Het bindweefselwoekeringsproces gaat namelijk door waarbij ook de gewrichtjes in de vingers aangetast kunnen raken en krom kunnen gaan staan. Als de ziekte in zo’n vergevorderd stadium verkeert, is een operatie veel moeilijker. Het is niet te garanderen dat de vingers weer volledig gestrekt kunnen worden gemaakt.
Mogelijke complicaties
De risico’s die u loopt als u voor de ziekte van Dupuytren geopereerd wordt zijn dezelfde als bij elke andere handoperatie. Er kunnen complicaties optreden zoals een vertraagde wondgenezing, bloeduitstortingen, infecties en weefselversterf. De gevoelszenuwen van de vingers kunnen beschadigd raken waardoor u er gedeeltelijk minder goed mee kunt voelen. Een zeldzame complicatie is dystrofie van de vingers. Dystrofie is een ontregeling van het zenuwstelsel, in dit geval van de hand. Als dit optreedt gaan uw vingers pijn doen, verkleuren ze en worden ze dik en stijf. Voor meer informatie hierover kunt u het onderwerp post-traumatische dystrofie raadplegen. Ten slotte kunnen de kleine slagadertjes die de vingers van bloed voorzien tijdens de operatie beschadigd raken. Krijgt u na de operatie klachten waarover u zich zorgen maakt (bijvoorbeeld hevige pijn), dan kunt u het beste contact opnemen met uw arts. Het is mogelijk dat het uiteindelijke resultaat niet helemaal voldoet aan de verwachtingen die u van tevoren had. Dit komt omdat het resultaat afhankelijk is van allerlei factoren, zoals al bestaande verbindweefseling van gewrichtskapsels. Deze factoren zijn pas tijdens de operatie goed te zien en te beoordelen. Of een gewricht weer volledig te strekken is, blijkt dan ook pas na de operatie.
Vragen
Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts of huisarts. Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de afdeling waar de behandeling plaats moet vinden, verpleegafdeling B1, telefoon 0115 – 688581.
Wanneer zich thuis na de operatie problemen gerelateerd aan de behandeling voordoen, neem dan contact op met het ziekenhuis:
- Op maandag tot en met vrijdag tussen 08.30 en 16.30 uur de polikliniek Chirurgie, telefoon 0115 – 688423.
- Zonodig kunt u buiten deze tijden bellen met het Avond, Nacht en Weekend Hoofd telefoon 0115 – 688156.