Het carpale tunnelsyndroom is een beknelling van de middelste zenuw (nervus medianus) in de pols. Deze zenuw verloopt van de onderarm naar de handpalm via een soort tunnel die wordt gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad (de dwarse polsband) aan de handpalmzijde van de pols. Door die tunnel lopen ook de buigpezen van de vingers. De beknelling van de zenuw kan optreden wanneer door zwelling van de weefsels in of rond de tunnel de druk in de tunnel toeneemt.
Klachten
De klachten die het gevolg zijn, kunnen nogal uiteenlopen. Zo kunt u last hebben van:
- Een prikkelend en pijnlijk gevoel of tintelingen in de vingers en in de hand;
- Een doof gevoel in de handpalm en in de vingers;
- Soms een gevoel alsof de hand gezwollen is;
- Een uitstralende pijn naar de onderarm, de elleboog en de schouder;
- Soms krachtverlies in uw hand waardoor u zomaar dingen kunt laten vallen.
Heel vaak komen deze klachten in de loop van de nacht voor en zorgen ze ervoor dat u wakker wordt. Hoewel de klachten meestal aan één hand voorkomen, kan het ook gebeuren dat men last krijgt van de andere hand. De klachten komen zowel bij mannen als bij vrouwen voor. Merkwaardig is dat de klachten nogal eens tijdens een zwangerschap of aan het begin van de overgang optreden.
Diagnose en onderzoek
Op grond van het klachtenpatroon kan de diagnose vaak worden vermoed. Indien bij lokale druk op de zenuw de klachten toenemen of zich voordoen, wordt het al waarschijnlijker. Om zeker te weten of er sprake is van het carpale tunnelsyndroom, is een spieronderzoek nodig. Dit onderzoek noemt men een EMG (ElectroMyoGrafie).
Behandeling
Soms geneest een carpale tunnel syndroom spontaan. Een aantal patiënten zijn geholpen met het aanmeten van een spalk, die ze ’s nachts omdoen.
De operatie
De klachten kunnen zo ernstig of hinderlijk zijn, dat we een operatie voorstellen. De operatie is erop gericht de druk op de zenuw weg te nemen. Dat kan op twee manieren, namelijk via de klassieke operatie of via een kijkoperatie.
De klassieke operatie
Dit is een kleine ingreep waarbij we een snee maken in de handpalm. De dwarse polsband wordt doorgesneden. Hierdoor wordt de tunnel verwijd. De operatie duurt ongeveer twintig minuten. We kunnen deze verrichten onder plaatselijke verdoving , waarbij alleen de hand gevoelloos is. Het kan ook zijn dat we de operatie bij uitzondering onder regionale verdoving uitvoeren. De operatie gebeurt poliklinisch. Dit betekent dat u, als de verdoving is uitgewerkt, weer naar huis kunt.
De kijkoperatie
Deze doen we in ons ziekenhuis veel. Hierbij maakt de chirurg één klein sneetje aan de pols waar doorheen geopereerd wordt met speciaal instrumentarium. Het voordeel hiervan is dat het sneetje kleiner is en dus ook een kleiner litteken oplevert, op een minder vervelende plaats namelijk aan de pols in plaats van de handpalm. Een nadeel is dat soms bij (2%) de operatie mislukt en dat soms het syndroom na verloop van tijd weer terug komt.
Voorbereiding operatie
Op de dag van de operatie meldt u zich in de centrale hal van De Honte bij de receptie. De receptioniste verwijst u naar de wachtruimte. Als u aan de beurt bent, begeleidt een medewerker u naar het operatiekwartier. Het is raadzaam om losse bovenkleding te dragen, zodat de arm tot aan de oksel gemakkelijk kan worden vrijgemaakt. Gelieve sieraden thuis te laten, gedurende de ingreep zijn deze niet toegestaan. Daarna brengen we u naar de operatiekamer waar de chirurg de ingreep verricht. U hoeft voor de ingreep niet nuchter te zijn. Na de ingreep gaat u weer naar de rustruimte. We helpen u met omkleden en u krijgt een mitella (draagdoek).
Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties van een operatie aanwezig. Deze komen gelukkig zelden voor. Bloedingen en soms wondinfecties zijn de belangrijkste. Bij alle operaties of verwondingen aan een arm of been kan, hoewel gelukkig zeldzaam, een posttraumatische dystrofie ontstaan. Dit gaat gepaard met pijn, zwelling, stijfheid en vaak wisselende verkleuring van de huid. Het is niet mogelijk van tevoren in te schatten of iemand dit probleem zal krijgen (zie ook informatie over dystrofie).
Na de operatie
De eerste 3 dagen dient u de arm in een draagdoek te houden. Na de operatie krijgt u een drukverband. De medewerker zal u vertellen wanneer u dit mag verwijderen. Ook moet u direct na de operatie beginnen met het bewegen van de vingers. In het begin gaat dit wat moeizaam maar na enkele dagen gaat dat al veel beter. Mochten uw vingers de dag van de operatie of de dag erna blauw en koud worden of krijgt u veel meer pijn, dan dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met het ziekenhuis.
Wat u ook nog moet weten
Het litteken in de handpalm blijft vaak langer gevoelig, met name bij druk ter plaatse, zoals bij het steunen op de pols. De klachten, die u tevoren had, zijn na de operatie vaak meteen verdwenen. Toch kan soms het dove gevoel nog een tijdje aanhouden. Na een klassieke operatie kunnen de hechtingen na zeven tot tien dagen worden verwijderd. Na een kijkoperatie worden oplosbare hechtingen gebruikt die niet verwijderd moeten worden. U moet erop rekenen dat u lange tijd veel minder kracht in uw duim zult hebben. Dit komt omdat de spieren van de duimmuis, doordat de dwarse polsband is gekliefd, aan een kant min of meer los zijn komen te zitten.
Vragen
Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts of huisarts. Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de afdeling waar de behandeling plaats moet vinden, verpleegafdeling B1, telefoon 0115-688581. Wanneer zich thuis na de operatie problemen gerelateerd aan de behandeling voordoen, neem dan contact op het ziekenhuis; Maandag t/m vrijdag tussen 08.30-16.30 uur de polikliniek Chirurgie, tel. 0115-688423. Buiten deze tijden het Avond, Nacht en Weekend Hoofd, tel. 0115–688156.
Zoals eerder vermeld dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met het ziekenhuis op bovengenoemde nummers als uw vingers na de operatie blauw en koud worden of veel meer pijn doen.
April 2021