U heeft een botbreuk in uw bovenarm. In uw geval behandelen we de botbreuk met een bovenarmbrace (humerus brace). Deze brace biedt bescherming aan de botbreuk. Op deze pagina geven wij u informatie en adviezen over de werking en het gebruik van de bovenarmbrace.

Wat is een bovenarmbrace?

Een bovenarmbrace is een afneembare kunststof (of kurk) koker die om uw bovenarm gaat. Aan de voor- of zijkant zit een opening van ongeveer 1,5 centimeter, zodat er ruimte is om de brace strakker te trekken. Dit gebeurt met klittenband.

In de brace kunt u uw schouder, elleboog en pols nog bewegen, terwijl de breuk toch voldoende bescherming krijgt. Het is goed om uw schouder, elleboog en onderarm vrij te kunnen bewegen. Dit verbetert de doorbloeding in de bovenarm en stimuleert de genezing. De arts vertelt u wanneer u mag starten met oefenen. De brace is kant en klaar of we maken deze op maat. Dit laatste duurt ongeveer een half uur. De eerste 3 weken komt u elke week een keer voor controle op de gipskamer.

Hoe werkt een bovenarmbrace?

De brace beschermt de breuk. Door het aantrekken van de klittenbanden wordt er druk opgebouwd in de brace. Het bot wordt hierdoor op de plaats van de breuk in een zo goed mogelijke stand gehouden. Zonder de brace zouden de breukvlakken gemakkelijk ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Dat komt de genezing niet ten goede. De steun van de brace vermindert uw pijn.

Strak trekken klittenbanden

Aan de brace zitten klittenbanden. Daarmee kunt u een spanning/druk op de bovenarmspieren geven. Direct na het ontstaan van de breuk treedt er een bloeduitstorting op die langzaam weer slinkt. Uw arm wordt ‘dunner’. Dit kan betekenen dat u elke dag even de klittenbanden moet aantrekken. Let erop dat de bovenarmbrace strak zit, maar niet ongemakkelijk.

Elastische kous

Door de druk van de brace en doordat u uw bovenarm minder beweegt dan anders, zullen uw onderarm en hand dikker worden. Om deze zwelling tegen te gaan, krijgt u een elastische kous (tubigrip) om uw onderarm.

De arm niet ondersteunen.

Uw elleboog mag niet ondersteund worden. Het ‘hangende’ gewicht van uw arm draagt namelijk bij aan een goede stand van de breukvlakken. Ondersteun uw arm daarom niet met een kussen. Laat uw arm zoveel mogelijk ontspannen hangen. Hiervoor krijgt u ook een sling (eenpunt sling) mee. Dit is een draagband waar uw arm in rust goed kan afhangen. Deze sling draagt u de eerste week en daarna naar behoefte.

Slapen en zitten

Zittend slapen is meestal het meest comfortabel. De arm kan daardoor goed hangen. Na verloop van tijd kunt u steeds iets platter gaan liggen. Rechtop zitten, in bijvoorbeeld een tuinstoel, is ook prettiger dan diep weggezakt in een bank.

Verzorging oksel en elleboogplooi

Doordat u uw arm minder beweegt dan anders, zou het kunnen dat  de huid onder uw oksel natter blijft en kan gaan smetten. De huid wordt dan rood en gaat ontvellen. Het is daarom belangrijk om uw oksel schoon en droog te houden. Dit geldt ook voor uw elleboogplooi. U zou dit kunnen voorkomen door bijvoorbeeld een washandje in de oksel tegen de brace te plaatsen. Indien verzorging echt te pijnlijk is, kunt u een afspraak maken bij de gipskamer dan doen wij dit voor u.

Pijnklachten

De eerste twee weken zijn de pijnklachten het ergst. Neem dan voldoende pijnstilling in. U krijgt een recept voor pijnstilling mee. Als uw pijnklachten dragelijk zijn, kunt u uw arm meer ontspannen laten hangen. Dit vermindert de pijn.

Bij het bewegen kunt u de breuk voelen verschuiven of een knapje voelen. In het begin is dit normaal. Probeer de arm zoveel mogelijk te laten hangen. Vermijd bewegingen waarbij u de breuk voelt verschuiven. Let op dat de brace voldoende strak aangetrokken is.

Oefeningen

Het is belangrijk om regelmatig oefeningen te doen met uw arm. De arts spreekt met u af wanneer u welke oefeningen mag gaan doen. Door oefeningen te doen:

  • Vermindert de zwelling van uw hand en onderarm
  • Voorkomt u dat uw gewrichten stijf worden
  • Beperkt u verlies van spierkracht
  • Stimuleert u de botgroei

Oefeningen die u kunt doen:

  • Knijp uw hand samen tot een vuist. Doe dit zoveel mogelijk keer per dag.
  • U kunt zo vaak u wilt uw arm buigen en strekken. Hiermee mag u starten vanaf de eerste dag zolang de pijn hierdoor niet erger wordt.
  • Vanaf dag 3 mag u starten met pendeloefeningen: haal uw arm uit de sling (draagband), buig dan met uw bovenarm voorover en maak draaiende bewegingen in de schouder alsof u in een pan roert. Doe dit 3 maal per dag, 10 keer achter elkaar. Doe deze oefening alleen als de pijn het toelaat
  • Oefeningen om de arm op te heffen en om te tillen zijn de eerste weken niet toegestaan.

Braceranden tegen elkaar?

Als de braceranden tegen elkaar komen, kan er geen druk opgebouwd worden. De spanning van de brace op de arm is dan te laag. Neem in dat geval contact op met de gipskamer.

Belangrijk:

  • De brace mag alleen af als de arts of gipsverbandmeester dit met u afspreekt.
  • U mag alleen starten met de oefeningen als de arts of gipsverbandmeester dit met u  afspreekt.
  • De bloedsomloop van uw arm mag niet afgekneld worden. Dit merkt u aan: blauwe vingers, tintelingen of gevoelloosheid. In dit geval moet de brace losser. U doet dit door de klittenbanden losser te maken. Mocht dit niet helpen, neem dan contact op met de gipskamer.

Wanneer belt u de gipskamer?

  • Als de pijn toeneemt
  • Als u tintelingen in uw arm voelt
  • Als u vanuit de pols uw hand niet meer kan optillen
  • Als de zwelling toeneemt
  • Als de brace kapot is
  • Als de randen van de brace (over) elkaar raken

Gipskamer ZorgSaam Ziekenhuis

De gipskamer is te bereiken tijdens kantooruren via telefoonnummer:

  • Locatie De Honte: 0115 – 688336
  • Locatie Antonius: 0117 – 459224

In de avond- en nachturen en in het weekend kunt u contact opnemen met de spoedeisende hulp via telefoonnummer:

  • Locatie De Honte: 0115 – 688000
  • Locatie Antonius: 0117 – 459000

U vraagt dan naar de afdeling Spoedeisende Hulp.

Het Patiëntenportaal van ZorgSaam Ziekenhuis

Een online omgeving waar u als patiënt veilige toegang heeft tot een gedeelte van uw medisch dossier. In overleg met o.a. de medisch specialisten breiden we de onderdelen van het Patiëntenportaal stap voor stap uit. We verbeteren én vernieuwen, zodat u steeds meer mogelijkheden heeft. Krijgt u zorg van ons? Bezoek regelmatig het Patiëntenportaal om informatie in te zien.