Op deze pagina vindt u informatie over de gang van zaken bij een angiografie, ook wel de arteriografie genoemd. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.
Wat is een angiografie
Angiografie is een röntgenonderzoek van de bloedvaten. Bij dit onderzoek spuiten we een contrastmiddel direct in een slagader, waarna we snel een aantal foto’s nemen of een film maken. Hierdoor krijgen we een afbeelding van de bloedvaten. We passen het onderzoek onder andere toe om een vernauwing in de bloedvaten aan te tonen of uit te sluiten. Omdat we bij dit onderzoek een slagader (meestal in de lies) aanprikken, nemen we u hiervoor op in het ziekenhuis. Normaal gesproken kan dit met een dagopname. U wordt dan opgenomen op de afdeling dagverpleging. Na een gesprekje met de verpleegkundige, scheren we beide liezen en krijgt u een infuus ingebracht in de arm. Vervolgens gaat u per bed naar de röntgenafdeling waar het onderzoek zal plaatsvinden. U gaat dan ‘s middags of ‘s avonds weer naar huis. In enkele gevallen kan de arts beslissen dat u ter controle een nacht moet blijven. Na het onderzoek is het niet toegestaan om zelf naar huis te rijden.
Waarschuwing
Bent u overgevoelig voor jodium, meldt dat aan uw arts en op de röntgenafdeling, zodat men daar rekening mee kan houden. Zo kunnen er tijdig voor het onderzoek bepaalde medicijnen gegeven worden. Bent u mogelijk zwanger meldt dit dan aan uw arts en op de röntgenafdeling! Röntgenstralen kunnen schadelijk zijn tijdens de zwangerschap.
Voorbereiding
Vanwege het toedienen van contrastmiddel dient u vier uur vooraf nuchter te zijn. U krijgt van te voren een contrastcontrolelijst, die u nauwkeurig moet invullen. Bij aanvang van het onderzoek geven we de lijst aan de laborant die het onderzoek uitvoert.
Het onderzoek
U wordt opgenomen op de afdeling dagverpleging. Na een gesprek met de verpleegkundige zal deze u voorbereiden voor het onderzoek. Zij scheert de beide liezen en u krijgt een infuus in de arm. Vervolgens brengen we u per bed naar de röntgenafdeling. De röntgenlaborant neemt u mee naar de onderzoekskamer waar u op een onderzoekstafel komt te liggen. De laborant desinfecteert beide liezen met jodium. Hij/zij dekt u toe met steriele lakens om infectie te voorkomen. De radioloog en röntgenlaborant hebben om die reden ook steriele jassen en handschoenen aan. U krijgt een prik voor de verdoving in de lies. Wanneer de verdoving is ingewerkt, prikt de radioloog de liesslagader aan. Er wordt een dun slangetje in de slagader geschoven. Hier zult u weinig van merken, omdat bloedvaten aan de binnenzijde ongevoelig zijn. Als het slangetje op de goede plek ligt spuit de radioloog de contrastvloeistof in waardoor de bloedvaten zichtbaar worden op de foto. De contrastvloeistof veroorzaakt een warm gevoel. Dit trekt vrij snel weer weg. Het is heel belangrijk dat u stil blijft liggen voor het maken van de röntgenfoto’s. We maken meerdere fotoseries. Na het maken van de angiografie verwijdert de radioloog het slangetje. Omdat tijdens het onderzoek een slagader is aangeprikt, wordt de prikplaats ongeveer 10 minuten dichtgedrukt om nabloedingen te voorkomen. Soms krijgt u ook een drukverband in de lies. Daarna komt u weer in uw bed te liggen. Het onderzoek duurt ongeveer één uur.
Na het onderzoek
We brengen u terug naar de afdeling, waar u ongeveer zes uur in bed moet blijven liggen. U krijgt instructies van de verpleegkundige over de gewenste bedrust. U mag na het onderzoek gelijk weer eten en drinken. Het is belangrijk, dat u na het onderzoek veel drinkt, zodat u de contrastvloeistof snel kwijtraakt. Het is niet toegestaan om na dit onderzoek zelf naar huis te rijden.
Complicaties
Geen enkel ‘invasief’ onderzoek is zonder risico’s. Zo kunnen ook tijdens of na een angiografie complicaties optreden. Er kan een allergische reactie op het contrastmiddel ontstaan wanneer u overgevoelig blijkt te zijn voor jodium. Wanneer u bekend bent met deze overgevoeligheid, moet u dit van tevoren melden, zoals u reeds hiervoor hebt kunnen lezen. Na het onderzoek kan een blauwe plek in de lies ontstaan. Dit is vervelend, maar trekt na verloop van tijd vanzelf weer weg. Ondanks het drukverband kan het gebeuren dat het gaatje in het bloedvat toch weer opengaat en er een bloeding in de lies optreedt. Hiervoor is behandeling noodzakelijk. Dit kan door langdurig afdrukken onder echocontrole of door inspuiten van een bloedstollend middel. Heel zelden is een operatie nodig, waarbij het gaatje dicht gehecht wordt. Zeer zelden kan tijdens de angiografie een bloedpropje in een bloedvat van het been komen. Het is dan soms noodzakelijk u snel te opereren om het bloedpropje te verwijderen. Wanneer afbeeldingen worden gemaakt van de halsslagaders en hersenvaten zijn er een aantal risico’s die op andere plaatsen in het lichaam minder consequenties zullen hebben. Omdat door het inspuiten van het contrast het bloed tijdelijk verdund wordt, kan het voorkomen dat tijdelijke of in het ergste geval blijvende, neurologische uitval ontstaat.
Vragen
Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts of huisarts. Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de afdeling waar de behandeling plaats moet vinden, verpleegafdeling B1, telefoon 0115 – 688581
Wanneer zich thuis na de operatie problemen gerelateerd aan de behandeling voordoen, neem dan contact op met het ziekenhuis:
- Op maandag tot en met vrijdag tussen 08.30 en 16.30 uur de polikliniek Chirurgie, telefoon 0115 – 688423.
- Zo nodig kunt u buiten deze tijden bellen met het Avond, Nacht en Weekend Hoofd Telefoon 0115 – 688156