Yves Depoorter is een bekend gezicht binnen ZorgSaam. Meer dan 20 jaar geleden kwam hij van het ziekenhuis in Brugge naar Zeeuws-Vlaanderen. Tot dan werden veel patiënten voor behandeling doorgestuurd naar Brugge. Naast de urologie is sport Yves’ tweede passie. En dan vooral triatlons, dus zwemmen, fietsen én nog een marathon hardlopen erachteraan. Heeft een arts tijd om veel te trainen? Dokter Depoorter combineert het: werken en sporten kan prima samen, zo lezen we in zijn dagboek.

Maandag

“Over het algemeen werk ik op maandag, dinsdag en donderdag in het ziekenhuis in Oostburg. Op deze dagen kom ik soms hardlopend of veelal fietsend vanuit Knokke naar mijn werk. De andere dagen stap ik na een ontbijtje om 6:45 uur op de racefiets, om 55 kilometer verder en 1,5 uur later in Terneuzen aan te komen. In mijn fietstenue wandel ik door de
wachtkamer waar de eerste patiënten vaak al op me wachten. Ik kan je vertellen, dan is het ijs al gebroken. Deze maandagmorgen in Oostburg start ik met een aantal verrichtingen op de OK. Zo help ik patiënten met blaasproblematiek door kijkonderzoeken in de blaas, ik voer een sterilisatie uit en doe een besnijdenis. Tijdens mijn polikliniek vandaag doe ik prostaat- en nieronderzoeken. We zien als urologen dan ook vooral
patiënten met plasklachten. In een dagboek vragen we hen bij te houden wat ze drinken en plassen om zo een idee te hebben van de omvang van hun klachten. Normaal gezien ga ik op de Oostburg-dagen tussen
de middag een uurtje zwemmen in het zwembad De Eenhoorn naast het ziekenhuis. Vandaag ben ik niet zo fit (en houden we dit interview, red.), dus kan ik dat beter niet doen. Ik zwem namelijk geen rustige baantjes, het gaat om een training. Ik ben heel competitief ingesteld. Ik wil in competities altijd eindigen op het podium. Om dat te kunnen halen, zijn uren en uren training nodig. Ik ben nu 55 jaar en merk dat mijn echte piekkracht weg is. Ik moet het dus hebben van mijn ervaring en uithoudingsvermogen.”

Dinsdag

“Om de week werk ik op dinsdagmorgen in het ziekenhuis in Terneuzen. Ik behandel patiënten vanuit heel Nederland. Dat komt omdat er bij ons een relatief korte wachtlijst is. Daarnaast hebben veel van die verwijzingen te maken met incontinentieproblematiek. Daarin heb ik veel ervaring en dat is ook echt mijn speerpunt. Met ons team van drie urologen kunnen we ook na de coronatijd de uitgestelde zorg goed opvangen. De laagdrempelige zorg die we hier kunnen bieden blijkt ook echt een voordeel voor de patiënt. Een belangrijk deel van ons werk bestaat uit het
geruststellen van onze patiënten: we luisteren en praten, en daarna staat pas de behandeling centraal. Gemiddeld opereren we één keer per week een dag of dagdeel met de operatierobot in het Maria Middelares ziekenhuis in Gent. Tot 2020 was ik de enige die hiermee opereerde. Inmiddels heb ik mijn collega dokter Soenens hierin opgeleid en opereert zij er ook mee. De operaties die we met de robot uitvoeren (wij bedienen
en sturen de robot aan om te snijden) zijn minimaal invasief. Dat houdt in dat we opereren via kleine gaatjes. Je houdt er als patiënt dus ook maar kleine littekens aan over. Het eindresultaat van de operatie met een robot
is echter hetzelfde als bij een gewone operatie. Maar voor ons als specialist is het accurater en gemakkelijker werken omdat je op het robotscherm een 3D zicht hebt, waar dat bij klassieke kijkoperaties 2D is en het dieptezicht dus ontbreekt. Voor de patiënt is het grote voordeel dat hij veel minder pijn ervaart na de operatie en hierdoor een stuk sneller herstelt. Ik ben overtuigd dat robotchirurgie de toekomt is.”

Woensdag

“Wist je dat 35% van onze patiëntenpopulatie vrouw is? Over het algemeen behandelen we vrouwen het vaakst vanwege bekkenbodemklachten. Om de week hebben we op woensdagmiddag bekkenbodemspreekuur in Oostburg. De patiënt heeft dan achtereenvolgens afspraken bij de gynaecoloog, chirurg, uroloog,
seksuoloog en de fysiotherapeut. Dit spreekuur duurt meestal tot half 5 en aansluitend bespreken wij als specialisten de patiënten die geweest zijn in een MDO (multi disciplinair overleg). En wist je dat bijna de helft van onze patiëntenpopulatie oncologisch patiënt is? Zij worden behandeld voor prostaat-, nier- en blaaskanker. Blaaskanker komt in Zeeland relatief
veel voor vanwege de aanwezigheid van zware industrie en het gebruik van pesticiden in ons agrarische landschap. Iedere woensdagavond bespreken we deze groep patiënten in ons uro-oncologisch overleg. We zitten dan samen met alle betrokken artsen, waaronder de oncologen en de radiotherapeuten om de verschillende behandelmogelijkheden voor de patiënt te bespreken.”

Donderdag

“Ik ben echt fan van onze locatie in Oostburg. Dat vinden ook veel patiënten met mij. Er hangt een aangename sfeer en het is er minder druk. Voor mij als arts is het ook fijn omdat hier de telefoon een stuk
minder vaak rinkelt en ik dus tijdens mijn gesprek met de patiënt niet continu word gestoord. Ik denk dat we met onze poli urologie de locatie Oostburg ook wel op de kaart hebben gezet. Hier staat bijvoorbeeld ook
onze niersteenvergruizer. Jammer genoeg is er in Oostburg geen
Spoedeisende Hulp meer. Patiënten uit west ZeeuwsVlaanderen gaan in geval van spoed (niet meer kunnen plassen of pijnlijke nierstenen) buiten kantoortijden vaak naar de spoeddienst in Knokke omdat dit een stuk dichterbij is dan de SEH in Terneuzen. Als een urologische patiënt naar de spoedpost in Knokke is geweest, is er altijd een goede overdracht via de
huisarts en komt de patiënt bijna altijd weer terug naar ons voor opvolging en verdere behandeling.”

Vrijdag

“Vandaag werk ik in Terneuzen, dat is onze hoofdlocatie. Daarom hebben we afgesproken dat er iedere dag een uroloog in Terneuzen aanwezig moet zijn. Die bezoekt dan ook onze opgenomen patiënten. Eens in de drie weken hebben we een volledige week dienst. Samen met collega’s Blyweert en Soenens vormen we een hecht team van urologen. Het voelt echt alsof zij mijn broer en zus zijn. Met onze ondersteuners en assistenten vormen we een hele fijne vakgroep om in te werken.
Ik ben me de laatste tijd meer gaan focussen op de andrologie, de hormoonhuishouding van de man. Dat is nog een wat ondergeschoven kindje. Er zijn veel problemen, maar er is nog weinig aandacht voor. Dat
wil ik graag verder uitbouwen en onderzoeken. Vroeger wilde ik, zeker als beginnend uroloog, zo veel als mogelijk ‘snijden’, de chirurg zijn. Spreekuur doen? Dat hoorde erbij. Nu vind ik de gesprekken met de patiënt zoveel belangrijker. Bij complexe problematiek waarvoor second opinions worden gevraagd is voor mij de insteek ‘Wat is het meest haalbare voor deze patiënt, wat zal zijn/haar levenskwaliteit het meest vooruithelpen?’ Dat is nu voor mij de grootste uitdaging.”

Weekend

“Al met al sport ik heel wat uurtjes per week. Dat kan natuurlijk niet zonder een uitgebalanceerde voeding. Daarvoor krijgt mijn vrouw alle credits. Zij meet en weet alles als het gaat om voeding. Ze heeft een eigen fysiotherapiepraktijk aan huis en heeft zich gespecialiseerd in osteopathie. Ik heb haar aangestoken met het triatlonvirus. Zij is ook actief in de competitiesport. Naast triatlon zijn we ook een zee-familie. We wonen niet ver van het strand. Een bewuste keuze, omdat surfen ook
een passie is. Onze twee kinderen zijn inmiddels de deur uit, maar ik koester nog steeds de momenten dat we samen surften. Nu gaan mijn vrouw en ik vaak na het avondeten nog even naar de zee. Ik ga heel graag in zee om te zwemmen of te surfen. Nu, in de winter, is dat maar heel
eventjes. Even de koudeshock voelen en genieten van het moment. Heb ik het druk of heb je soms zorgen… de zee absorbeert alles. Nadien voel ik
me altijd alsof ik even gereset ben, heerlijk! Als het zeewater warmer wordt, zwem ik weer behoorlijke afstanden. Ik zie er altijd naar uit!”