• Bachten Dieke

Hans en Benny woonden als kleine jongens in Oostburg vlak bij elkaar, ze waren achterburen. Ze zaten bij elkaar in de klas op school. Ze speelden veel buiten en deden alles wat je als kinderen samen doet. Nu, na 60 jaar, zijn ze opnieuw buren in Bachten Dieke!

Hans en Benny, waar, wanneer en hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
We woonden in Oostburg vlak bij elkaar, we waren achterburen. We zaten bij elkaar in de klas op school, we speelden veel buiten en deden alles wat je als kinderen samen doet.

Hoeveel tijd brachten jullie samen door en wat deden jullie allemaal?
We knikkerden, voetbalden en in de winter schaatsten we samen. We woonden dicht bij het water, we gingen als eersten het ijs op en als laatsten eraf. We deden ‘matje lopen’, da’s over één nacht ijs gaan…
We waren kwajongens, maar we hebben nooit iets kapot gemaakt, niet moedwillig in ieder geval.
We voetbalden waar nu een bejaardentehuis is, er was toen een voetbalveldje gemaakt.
In de zomer gingen we uit school naar het zwembad in Aardenburg of naar de grote kreek De Blondrok.
We kweekten konijnen en verkochten die aan de poelier, voor een kwartje. Dat was te weinig, maar de konijnen waren zogenaamd altijd te mager. We spaarden het geld op voor de kermis.
We deden rolschaatsen op de rijksweg, er was toen nog nauwelijks verkeer en dan ging het nog om paard en wagen. Toen we wat ouder werden ging Benny vaak naar België en in onze diensttijd zijn we elkaar uit het oog verloren…. totdat we 60 jaar later weer buren werden in Bachten Dieke!

Hoe was het om elkaar hier weer terug te ontmoeten, hoe ging dat?
Er werd aangekondigd dat er een nieuwe bewoner zou komen, iemand uit Oostburg, hij heette Van Vooren. “Dan moet ik hem kennen”, dacht Hans, “dan moet het Benny zijn!”. Na 60 jaar werden de mannen weer herenigd. Ze wonen nu letterlijk naast elkaar.

Hoe was dat voor jullie?
We zijn inmiddels allebei weduwnaar. Het was zo goed om elkaar na zo’n lange tijd terug te zien. We hebben heel veel gepraat over vroeger, daar kun je een boek over schrijven.

Benny, wat is jouw mooiste of leukste herinnering aan die tijd samen?
“Mijn mooiste herinneringen zijn het samen spelen, vissen en onze schooltijd.
We kwamen allebei uit de wijk De Grote Dam, bij het water Het Grote Gat, het was daar heerlijk schaatsen in de winter.”

Hans, wat is jouw mooiste of leukste herinnering aan die tijd samen?
“Voor mij was dat ook de schaatstijd.”

Hoe was jullie schooltijd?
We waren niet de braafste, kwamen ‘wel eens’ te laat op school, maar je had geen horloge he in die tijd.
De leraar gooide eens een borstel naar ons, raakte een bloempot en werd toen nog kwaaier! Deze man had geen overwicht, er was wel verschil in leraren. Een andere leerkracht had wel overwicht, later kregen we van die man ook les op Ambachtsschool.
In de vakanties moest je werken op het land, het geld moest worden afgedragen voor het gezin. Al op 8-jarige leeftijd werkten we in het stro, de aardappelen en de uien. Het was hard werken, maar je werd er ook door gevormd.  We hebben respect voor de studenten die nu vakantiewerk doen hier in Bachten Dieke.
Na het eerste jaar Ambachtsschool koos Hans voor de richting Metaal en Benny voor Timmeren. We bleven bevriend en zagen elkaar bijvoorbeeld bij het voetballen en later bij het uitgaan.

Benny, hoe zou jij Hans omschrijven?  
“Hans is goed in de omgang, joviaal en recht door zee.”

Hans, hoe zou je Benny omschrijven?
“Benny is een rustige brave jongen.”

Hoe zouden jullie je jeugd omschrijven?
Onze jeugd was een goeie tijd, iedereen had alles voor elkaar over. De saamhorigheid was beter dan nu. Iedereen was gelijk.

Hoe was die tijd zo vlak na de oorlog, vergeleken met nu?
We speelden veel in het puin bij de Zuidwal, de restanten van de oorlog.
We groeiden op tijdens de wederopbouw, eerst was er nog armoede, maar later werd het steeds beter.

Hebben jullie een boodschap voor de jeugd van nu?
Hans: “Probeer je te gedragen, let op je manieren. Leraren worden nu bij de voornaam genoemd, dat hoort niet. We waren vroeger nooit brutaal, we hebben nooit vernielingen aangebracht, het kwam niet in je op. De dienstplicht terug invoeren zou goed zijn. Het gezag respecteren is wat er nu lijkt te ontbreken.”
Benny: “Ik ben het er helemaal mee eens.”

Wat zouden jullie nog kwijt willen?
Hans: “Het is te hopen dat we nog lang buren mogen zijn.” Benny: “Ik had die tijd niet graag willen missen. We hebben beiden ook mindere tijden gekend, met de ziekte en het verlies van onze echtgenotes.  Ik maak Hans nu elke ochtend om 7.15u wakker, nog voor de zorg arriveert. Ik ga daarna ‘dauwtrappen’, d.w.z. mijn ochtendwandeling maken, maar niet voordat ik weet dat Hans wakker is.”

Hoe belangrijk is jullie vriendschap voor jullie?
Heel belangrijk. We hebben veel aan elkaar en zijn heel blij met onze vriendschap toen en nu.