De behandeling van borstkanker kan bestaan uit verschillende onderdelen, zoals een operatie, bestraling, chemotherapie, hormoontherapie of immunotherapie. Vaak bestaat de behandeling uit een combinatie van de genoemde behandelingen. Om te komen tot een zo goed mogelijke behandeling is het onder andere belangrijk te weten welke kenmerken de tumor heeft, in welk stadium de borstkanker verkeert, of er sprake is van erfelijke belasting en of er uitzaaiingen zijn. Maar ook uw persoonlijke situatie speelt een rol, zoals leeftijd, geslacht, of u al dan niet in de overgang bent, of u een kinderwens hebt enz. Een behandelplan is dus maatwerk. We nemen alle factoren en uw wensen mee om te komen tot uw persoonlijk behandelplan.
Neo-adjuvante behandeling
Neo-adjuvante behandeling wordt gegeven voorafgaand aan een operatie. Voordelen hiervan zijn:
- Vaker borstsparend opereren, omdat de tumor door de neo- adjuvante therapie kleiner kan worden en borstsparend opereren mogelijk maakt.
- Als er een uitzaaiing in de oksel is gevonden dan kan na neo-adjuvante therapie mogelijk ook okselsparend geopereerd worden.
Neo-adjuvante hormoontherapie
Hormoontherapie heeft alleen effect bij hormoon gevoelige tumoren. Dit zijn tumoren die voor hun groei afhankelijk zijn van hormonen die het lichaam zelf maakt. Zonder deze eigen hormonen overleven de kankercellen minder goed of helemaal niet.
Hormoontherapie remt of blokkeert de twee vrouwelijke hormonen in het lichaam, namelijk oestrogeen en progesteron. Bij neo-adjuvante hormoontherapie slikt u dagelijks een tabletje voor minimaal 6 maanden. De hormonale therapie wordt in overleg ook na de operatie vaak nog adjuvant geadviseerd voor minimaal 5 jaar.
Plaatsen van jodiumzaadje(s)
Als borstsparende behandeling een mogelijkheid is na neo-adjuvante hormoontherapie, is het van belang dat we markeren waar de tumor zit (de tumor moet immers kleiner worden en terug te vinden zijn). Er wordt na de neo-adjuvante hormonale therapie namelijk altijd geopereerd. Om te zorgen dat de chirurg weet waar de tumor zit, plaatsen we voorafgaand aan de neo-adjuvante hormoontherapie een jodiumzaadje in de tumor. Dit jodiumzaadje wordt onder plaatselijke verdoving, door de radioloog op de röntgen geplaatst tijdens een echografie. Als voorafgaand aan de hormoontherapie al duidelijk is dat de borst volledig wordt verwijderd, is het plaatsen van een jodiumzaadje in de borst niet nodig.
De okselklieren
Als borstkanker uitzaait, gaat dit meestal via de lymfeklieren in de oksel. Als er namelijk kankercellen loskomen van de tumor, komen deze terecht in het lymfevocht. Het lymfevocht wordt vervolgens afgevoerd naar de lymfeklieren.
Als tijdens de onderzoeken geen vergrote of verdachte okselklieren worden gevonden, voeren we na de hormoontherapie, tijdens de operatie van de borst een schildwachtklierprocedure uit. De schildwachtklier is de lymfeklier die als eerste het lymfevocht uit de tumor opvangt en kan dus als eerste eventuele uitzaaiingen bevatten. Deze klier wordt tijdens de operatie opgezocht en verwijderd.
Blijkt uit onderzoek van de oksel, voorafgaand aan de hormonale therapie, dat er wel uitzaaiingen in de lymfklier(en) aanwezig zijn, wordt deze lymfeklier ook gemarkeerd met een jodiumzaadje. Deze gemarkeerde klier wordt de MARI-klier genoemd en wordt tijdens de operatie, samen met de schildwachtklier verwijderd.
Als na de operatie blijkt dat de schildwachtklier (en/of de MARI-klier) is aangetast, dan zal besproken worden om de oksel nog aanvullend te behandelen met bestraling of een okselkliertoilet (een operatie waarbij de lymfeklieren uit de oksel worden verwijderd).
Ki67% index
De ki67% index geeft een indicatie hoe snel de tumor groeit. Celdeling zorgt voor groei van de tumor. We kunnen de tumorcellen die aan het delen zijn kleuren. Het percentage van de cellen dat dan aankleurt is het percentage van de cellen dat deelt. Dat wordt de ki67 index genoemd.
Voor de start met de neo-adjuvante hormoontherapie wordt uit het eerder aangeprikte biopt de ki67% bepaald. Dit wordt gedaan door de patholoog. Twee weken na de start van de hormoon therapie wordt deze nogmaals gecontroleerd. Dit wordt gedaan met een nieuw biopt van de tumor. Veelal wordt dit gecombineerd met het plaatsen van het/de jodiumzaadje(s). Wanneer een daling zichtbaar is in de ki67% dan heeft de hormoontherapie effect.
Evaluatie
Voorafgaand aan de neo-adjuvante hormoontherapie wordt er een MRI-mammae of mammografie of echografie gemaakt van beide borsten om goed en helder in beeld te krijgen hoe de tumor er uit ziet. Dit wordt gezien als een nulmeting. 3 maanden en soms ook 6 maanden na de start van de hormoontherapie wordt een nieuwe MRI-mammae, mammografie of echografie gemaakt om te zien of de tumor kleiner is geworden om te bepalen of een borstsparende behandeling mogelijk is.
De radiotherapeut
Radiotherapie is de behandeling van kanker met straling. Na een borstsparende operatie wordt in principe de borst altijd bestraald. Soms moet ook na een amputatie bestraald worden of wordt de oksel bestraald. Als gekozen wordt voor een neo-adjuvante behandeling maken we een afspraak voor een kennismakingsgesprek met de radiotherapeut vóór aanvang van de hormoontherapie. De radiotherapeut kan dan een indruk krijgen van de borstkanker voorafgaand aan de behandeling en of en hoe na een operatie bestraald moet worden.
Afdeling oncologie
Voor de behandeling van hormoontherapie wordt u verwezen naar de internist-oncoloog. Tijdens het eerste gesprek met de internist-oncoloog of de verpleegkundig specialist oncologie krijgt u informatie over de soort hormoontherapie en de duur van de behandeling. Ook wordt met u besproken wat mogelijke bijwerkingen kunnen zijn.
Overzicht van uw afspraken
We hebben uw komende afspraken op een rijtje gezet. Via onderstaande link kunt u dit overzicht bekijken.
maart 2023