Slaapstoornissen zijn een veel voorkomend probleem in Nederland. Volgens onderzoek blijkt dat maar liefst een derde van de Nederlandse bevolking wel eens slaapproblemen heeft. Zo’n 6 tot 10% van de bevolking kampt zelfs met een chronisch slaapprobleem. Veelvuldige aanvallen van slaperigheid overdag vormen een duidelijke aanwijzing voor het bestaan van een slaapstoornis. Aanvallen van slaperigheid overdag zijn het gevolg van gestoorde nachtrust.
Er zijn op dit moment bijna tachtig verschillende slaapstoornissen bekend. Al deze aandoeningen kunnen verergeren door factoren als overgewicht, overmatig drankgebruik of slechte slaapomstandigheden.
Hypersomnie/narcolepsie
Een kenmerk van narcolepsie is dat de patiënt dagelijks kampt met een onbedwingbare en overmatige slaperigheid. De patiënt valt meerdere malen op een dag zomaar in slaap, zonder dit te kunnen tegenhouden. Het ongewild in slaap vallen overdag, is bij deze patiënten geen directe consequentie van een verstoorde nachtslaap. Bij narcolepsie zijn er vaak ook andere symptomen zoals plotselinge spierverslapping of zeer levendige dromen. Patiënten met narcolepsie kunnen gebaat zijn bij bepaalde medicijnen. Deze genezen de aandoening niet maar onderdrukken de symptomen waardoor de patiënt beter kan functioneren in het dagelijks leven. Geplande slaappauzes en een regelmatige leefwijze dragen daar ook aan bij.
Insomnie (langdurige slapeloosheid)
We spreken van insomnie, langdurige slapeloosheid, als het niet kunnen in- of doorslapen en/of te vroeg wakker worden een maand of langer speelt, minimaal drie keer per week voorkomt en klachten geeft overdag. Patiënten die lijden aan langdurige slapeloosheid, zonder dat daarvoor een specifieke lichamelijke of psychische oorzaak is aan te wijzen, kunnen in een vicieuze cirkel terecht komen. Cognitieve gedragstherapie kan dan aangewezen zijn om precies de factoren die bijdragen aan de insomnie in kaart te brengen en aan te pakken. De kern van de slaaptherapie is de slapeloosheid te doorbreken en ander gedrag en een andere denkwijze aan te leren.
Parasomnie (waaronder rusteloze benen)
Bewegingen of ‘ongewoon gedrag’ tijdens de slaap komen in vele varianten voor, variërend van praten in de slaap tot veelvuldig slaapwandelen. Slaapstoornissen die gepaard gaan met ongewone bewegingen of ongewoon gedrag worden ook wel aangeduid met de verzamelterm parasomnie. Hieronder rekenen we ook aandoeningen zoals het rusteloze benen syndroom. Een deel van de patiënten is zich in het geheel niet bewust van zijn parasomnie, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Parasomnie kan leiden tot een slechte kwaliteit van de slaap.
Bruxisme (tandenknarsen)
Bruxisme is het beste te omschrijven als het met geweld over elkaar heen schuiven van tanden en kiezen, of ook wel het met kracht op elkaar klemmen van tanden en kiezen. Het geeft een schurend of knarsend geluid. Het gebeurt meestal ’s nachts en dan meestal in de vorm van knarsen (ook wel slaapbruxisme genoemd). Knarsen heeft verschillende nadelige gevolgen voor het gebit en de kauwspieren, maar kan ook de oorzaak zijn van een slaapstoornis. De diagnose bruxisme is door middel van een slaaponderzoek objectief vast te stellen.
Slaap-apneu
Mensen met slaapapneu, een verstoorde ademhaling tijdens de slaap, hebben aanvankelijk niet-specifieke klachten zoals slaperigheid overdag, concentratieverlies en soms hartkloppingen. De klachten nemen langzamerhand toe. Bij patiënten met een apneu valt de ademhaling tijdens de slaap stil. De ademstilstand duurt enkele seconden tot zelfs een minuut en treedt veelvuldig op. De hersenen geven telkens een signaal om weer te ademen. Ten gevolge van dat signaal wordt de apneupatiënt steeds een beetje wakker. De slaap werkt dan niet meer herstellend, terwijl het lijkt alsof de patiënt met slaapapneu gewoon doorslaapt. Er zijn verschillende vormen van slaapapneu. OSAS (obstructief slaapapneu syndroom) komt het meest voor en gaat gepaard met luid snurken. De verstoorde ademhaling wordt dan veroorzaakt door afsluiting van de keelholte tijdens de slaap. Bij CSAS (centraal slaapapneu syndroom) geven de hersenen te weinig prikkels om te ademen tijdens de slaap. Deze diagnose is moeilijker te stellen. De meeste patiënten met slaapapneu zijn gebaat met CPAP-apparatuur. Dit is een toestel dat de luchtdruk in de neus- en keelholte verhoogt. Dit voorkomt afsluiting van de keelholte. Er treedt dan geen ademstilstand meer op. Bij de afdeling kaakchirurgie van ZorgSaam wordt ook gebruik gemaakt van MRA. Dit is een gebitsprothese, die voor de patiënt op maat wordt gemaakt. Deze prothese houdt de onderkaak naar voren, waardoor de keelholte gedurende de nacht openblijft. Zo nemen het snurken en/of de apneus af. Het boven- en onderstuk van de prothese kunnen vaak met een stelschroef worden versteld om de juiste spanning aan te brengen.