Een medewerker van het ASP heeft met iedere patiënt die opgenomen wordt een gesprek over medicatie. Om een goed gesprek te kunnen hebben, wordt er eerst informatie verzameld over de huidige medicatie. De apothekersassistente vraagt bij uw apotheek en/of apotheekhoudend huisarts een actueel medicatieoverzicht op. Zij bespreekt dit samen met u en past het overzicht indien nodig aan. Zo is er een goed medicatie overzicht.
De apothekersassistente wordt ook betrokken bij het ontslag van de patiënt. In samenspraak met de afdeling en de behandelend arts stelt de ziekenhuisapotheker een actueel medicatieoverzicht op. Dit wordt gestuurd naar de thuisapotheek en naar de trombosedienst.