De duim is een van de belangrijkste en meest gebruikte onderdelen van de hand. Deze vinger geeft, door zijn grote beweeglijkheid, onze hand de mogelijkheid om kleine en grote voorwerpen te pakken, maar bijvoorbeeld ook om te schrijven. De duim is dus belangrijk bij zowel de fijn motorische bewegingen als ook de grof motorische bewegingen. De duim moet kracht kunnen leveren, maar daarnaast moet de duim ook een zekere mate van stabiliteit kunnen waarborgen. Met name het basisgewricht van de duim speelt hier een belangrijke rol in.
Duimbasis artrose (ook wel “duimbasisslijtage” genoemd) is daarom de meest voorkomende vorm van slijtage aan een gewricht in de hand. Als u pijn krijgt door slijtage, merkt u dat vaak bij iedere beweging. De duimbasis en de duimmuis kunnen pijnlijk worden, en de pijn wordt heviger wanneer u de duim intensief gebruikt. Ook kan er krachtverlies optreden, waardoor u dingen uit uw handen laat vallen. Bij mensen die veel met hun handen werken en daar afhankelijk van zijn binnen hun werkzaamheden kan het erg invaliderend zijn. Pijnklachten treden vaak op bij bewegingen zoals grijpen en knijpen, omdraaien van een sleutel, opendraaien van potten en bij schrijven.
Het duimbasis gewricht wordt gevormd door het eerste middenhandsbeentje (meta carpus) en een handwortelbeentje (trapezium).
Het basis gewricht van de duim (CMC 1 gewricht) geeft onze hand de unieke mogelijkheid om zeer kleine en ook grote voorwerpen te manipuleren. Tegelijk moeten we ook veel kracht kunnen zetten met de duim bij bijvoorbeeld het optillen van een zwaar boek. Aan de ene kant hebben we dus veel mobiliteit nodig en aan de andere kant stabiliteit. Meer dan 10 spieren besturen de bewegingen van de duim en er zijn verschillende banden (ligamenten) die ook meehelpen aan de stabiliteit van dit gewricht.
Duimbasis artrose komt veel voor: ongeveer één op de drie vrouwen boven de 40 jaar heeft in het duimbasisgewricht afwijkingen op een röntgenfoto. Het is echter niet zo dat al deze vrouwen ook pijnklachten ervaren bij afwijkingen op een röntgenfoto! Duimbasis artrose komt natuurlijk ook bij mannen voor.
Diagnostiek
De orthopedisch chirurg zal tijdens het eerste consult vragen stellen over uw klachtenpatroon en zal vervolgens de duim onderzoeken. Soms is er lokale zwelling en roodheid ter hoogte van het gewricht zichtbaar. Vaak is er lokale drukpijn over het gewricht aanwezig. Op basis van het vraaggesprek en het onderzoek kan de diagnose meestal al worden vastgesteld, waarna een röntgenfoto de diagnose kan bevestigen en de ernst van de slijtage zichtbaar kan maken. Zo nodig kan nog een aanvullende (bot) scan gemaakt worden.
Behandeling
Afhankelijk van de ernst van de klachten en de ernst van de artrose op röntgenfoto zal een behandelplan worden opgesteld.
De behandeling kan zowel conservatief (niet-operatief) als operatief zijn.
Conservatieve behandeling
Conservatieve behandeling bestaat uit:
- voorlichting/uitleg over artrose in het algemeen en duimbasis artrose in het bijzonder;
- informatie over belasting-belastbaarheid van dit gewricht; gewricht beschermende adviezen/maatregelen ten aanzien van ADL, werk, hobby’s;
- eventueel advies ten aanzien van hulpmiddelen;
- gerichte oefentherapie (handtherapie) voor behoud van gewrichtsfunctie en beweeglijkheid (onbelaste eindstandige mobiliserende oefeningen) en versterking van hand- en vingerspieren;
- aanleren van juiste pincetgreep en juiste polspositie;
- afleren van compensatiebewegingen vanuit de pols;
- spalk of brace ter ondersteuning van het duimbasis gewricht;
- pijnstillende medicatie, meestal in de vorm van ontstekingsremmers (zgn. NSAID’s). Dit geeft vaak een goede verlichting van de pijn.
De conservatieve therapie zal meestal na 3 maanden geëvalueerd worden om te beoordelen of u met behulp van adviezen, oefeningen en een spalk uw klachten naar tevredenheid kunt . Als dit zo is, dan wordt met u afgesproken dat u contact opneemt zodra de klachten weer toenemen.
Als conservatieve therapie niet het gewenste effect heeft gehad wordt er in overleg met u besloten of een lokale infiltratie (injectie) met een ontstekingsremmer of een operatie aangewezen is ter verbetering van uw klachten.
Operatieve behandeling
De orthopedisch chirurg maakt gebruik van een aantal mogelijke operatieve behandelingen voor duimbasis artrose, namelijk:
(Hemi-)trapeziectomie
Hierbij wordt het os trapezium of een deel daarvan verwijderd; hiermee wordt het pijnlijke gewrichtje opgeheven. Om te voorkomen dat het middenhandsbeentje van de duim gaat inzakken wordt er vervolgens een transpositie van een pees uit de pols verricht om het middenhandsbeentje op de goede hoogte behouden en te stabiliseren (LRTI procedure of ophangplastiek ) Het restant van de pees wordt vervolgens gebruikt om de ontstane holte op te vullen.
Een tweede optie om de holte op te vullen is een prothese. Wij gebruiken daarvoor meestal een langzaam oplosbare prothese, zodat er uiteindelijk lichaamseigen littekenweefsel ontstaat. Er zijn ook andere prothese voorhanden, die soms gebruikt worden.
Arthroscopische CMC 1 arthroplastiek
Hierbij wordt via een kijkoperatie van het CMC gewricht het resterende kraakbeen verwijderd en een stukje van de basis van het middenhandsbeentje verwijderd en een stukje van het trapezium. Hierdoor wordt het pijnlijke gewrichtje opgeheven. De holte die ontstaat zal nu opvullen met bloed en stolsel en vormt een natuurlijke glijlaag van littekenweefsel. Deze operatie kan alleen bij een lichtere vorm van artrose en wanneer het middenhandsbeentje nog niet te ver is afgegleden van het trapezium.
Arthrodese
Hierbij wordt het resterende kraakbeen van het gewricht verwijderd aan beide kanten en wordt het gewricht vastgezet. Dit gebeurt met schroeven of (tijdelijke) metalen pennetjes. Deze operatie wordt relatief weinig gedaan en wordt alleen uitgevoerd bij jongere patiënten met zwaar lichamelijk werk of andere belastende sporten/werkzaamheden, waarbij veel kracht moet worden gezet op het duimbasis gewricht.
Nabehandeling
- Oedeempreventie: hand hoog houden en gebruik van sling gedurende de eerste dagen;
- Na de operatie volgt een periode met gips immobilisatie;
- Na 2 weken zal het gips gewisseld worden en kunnen de hechtingen worden verwijderd;
- De gipsperiode varieert van 2 tot 6 weken. Bij een arthrodese duurt dit vaak iets langer, totdat het bot voldoende is vastgegroeid;
- Meestal zal daarna nog een afneembare gips- of thermoplast spalk worden gemaakt voor ondersteuning in dagelijkse werkzaamheden of werk. Deze kan vervolgens naar eigen inzicht na 6 tot 8 weken worden afgebouwd;
- Na het gips is meestal een periode met handfysiotherapie nodig om de functie optimaal te laten herstellen; Oefentherapie start al zodra het vaste gips wordt verwijderd.
- Het eindresultaat wordt meestal bereikt na 6 tot 12 maanden.
Complicaties na operatieve behandeling
Als gevolg van de operatie zijn er een aantal mogelijke complicaties die kunnen optreden:
- Wondinfectie of wondgenezingstoornis;
- Nabloeding;
- Gipsklachten en initieel stijfheid;
- Irritatie van het litteken;
- Milde gevoelsverandering in de duim;
- Vegetatieve dysregulatie/dystrofie/CRPS.
Belangrijk
In de volgende gevallen dient u met de behandelend arts contact op te nemen. De poli orthopedie is op werkdagen tussen 08:00 – 17:00 uur te bereiken via tel. 0115 – 688446
Kort na de operatie:
- U heeft steeds meer pijn in het operatiegebied in combinatie met roodheid en eventueel koorts boven de 38,5 °C.
- Wondproblemen, langdurig lekken van de wond.
Na drie maanden:
- Toenemende of blijvende pijn.
Werkhervatting
Het moment waarop u weer kunt werken is afhankelijk van de aard van de ingreep en het soort werk dat u doet. In het algemeen houden we 6-8 weken aan voor licht werk, en tot 6 maanden voor fysiek zwaar werk. Sporthervatting kan ook variëren met het type sport. Zwelling als reactie op activiteit is een sein dat u het wat rustiger aan moet doen. Autorijden is niet toegestaan zolang er een vast gips aan de hand zit.
Tot slot
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben dan kunt u die stellen tijdens uw bezoek aan de behandelend arts.
September 2020