In overleg met uw oogarts is besloten om één of meerdere behandelingen met anti-VEGF injecties in het oog te ondergaan. Het is verstandig dat u uw andere behandelende artsen buiten het ziekenhuis hiervan op de hoogte brengt. Hieronder geven wij u informatie over de behandeling en de nazorg. Voor toestemming of weigering is goede voorlichting van onze kant en een zorgvuldige afweging van uw kant belangrijk. U mag ten allen tijde besluiten om niet deel te nemen aan de behandeling, alhoewel de aandoening zonder behandeling kan leiden tot snelle en ernstige daling van de gezichtsscherpte.
Doel behandeling
In het oog kunnen, door verschillende oorzaken, bloedvaten gaan lekken of nieuwe bloedvaten ontstaan. Het voornaamste doel van de behandeling is het tot rust brengen van afwijkende of lekkende bloedvaten door het blokkeren van de lichaamseigen stof VEGF (Vascular Endothelial Growth Factor). Hierdoor kan er een goed effect ontstaan op vlekken in het centrale beeld, op vervormingen en in het algemene zicht. Bij de meeste patiënten is er een stabilisatie of een verbetering van de gezichtsscherpte mogelijk. Vaak is het zo dat een deel van de gezichtsscherpte, die al verloren is gegaan, niet meer herstelt. Bij sommige patiënten is helaas een verdere achteruitgang van de gezichtsscherpte niet te voorkomen, maar slechts af te remmen.
Soorten injecties
Het tot rust brengen van afwijkende of lekkende bloedvaten door het blokkeren van de VEGF kan worden gedaan door verschillende anti-VEGF medicatie. Er zijn verschillende soorten anti-VEGF medicatie: Avastin, Lucentis of Eylea. De oogarts bepaalt welke medicatie u krijgt toegediend. Vaak is de eerste keuze Avastin. Mocht er volgens de oogarts te weinig reactie optreden kan overgegaan worden op Lucentis (verwant aan Avastin) of Eylea.
De behandeling
Dag van de behandeling
U mag 1 dag voor de behandeling geen make-up gebruiken. In het belang van uw behandeling is het noodzakelijk dat u uw oogarts op de hoogte houdt van operaties en medicatieverandering tijdens het gehele behandeltraject.
Uw afspraak voor injectie gaat altijd door in Terneuzen.
Nadat u zich heeft gemeld bij de balie, controleert de medewerker uw geboortedatum en wat het juiste oog is dat behandeld gaat worden.
Daarna krijgt u verschillende druppels toegediend:
- Druppels om het oog te verdoven.
- Druppels om het oog te desinfecteren (povidonjodium), zodat de kans op een infectie zo klein mogelijk blijft.
Het is belangrijk dat u een jodiumallergie vooraf aangeeft, zodat wij u medicatie kunnen aanpassen.
De druppels kunnen tijdelijk een prikkend gevoel in uw ogen geven.
Tijdens de behandeling
In de behandelkamer controleert de verpleegkundige nogmaals uw gegevens.
Voor de behandeling wordt er een druppel povidonjodium (of een alternatief hiervan) toegediend. Daarna ontsmetten we de huid rondom uw oog. We dekken uw oog af met een steriele doek. Uw oogleden worden met behulp van een spreider open gesperd. Er wordt gevraagd of u geopereerd bent aan cataract (staar) en vervolgens kijkt u naar het puntje van uw neus. Uw handen blijven ten alle tijden op uw buik. De oogarts bepaalt met een instrument de locatie voor de injectie. Tot slot wordt met de injectie het geneesmiddel ingespoten: dit is nagenoeg pijnloos. Het kan zijn dat u de medicatie als een ‘wolkje’ of ‘vlek’ ziet verschijnen. Dit verdwijnt binnen enkele dagen.
Na de behandeling
Na de injectie verwijderen we de spreider en het doek en krijgt u een bevochtigende zalf in het oog. U mag niet in het oog wrijven. Na de behandeling mag u direct naar huis. De dag van de behandeling mag u niet zelf autorijden. U moet dus een begeleider meenemen die u na de behandeling naar huis brengt.
Leefregels
De dag na de behandeling mag u weer make-up gebruiken. De eerste drie dagen na de behandeling mag u niet zwemmen of de sauna bezoeken. Vermijdt ook om met vuile handen in het oog te wrijven, in het bijzonder na werken in de tuin (bij activiteiten met plantenmateriaal en aarde) of met dieren. Indien uw oogarts u een voorschrift voor oogdruppels (antibioticadruppels) voorschrijft, start u hiermee de avond na de behandeling. U druppelt 1 druppel in het behandelde oog. De volgende drie dagen druppelt u 3 maal daags 1 druppel in het behandelde oog. Op de juiste manier oogdruppelen bevordert de genezing van uw oog en helpt het risico op een eventuele infectie van het oog te voorkomen. Voor een uitgebreide oogdruppelinstructie is aparte informatie verkrijgbaar.
Vervolg
De oogarts bepaalt hoeveel injecties u krijgt. Meestal is dit een serie van 3 injecties: 4-6 weken na de eerste injectie, zal de 2de injectie worden gegeven. Nog eens 4-6 weken later wordt de 3de injectie gegeven. Ongeveer 6 weken na de laatste injectie krijgt u terug een controle in Terneuzen met een OCT–scan om het netvlies te beoordelen. De oogarts bekijkt bij deze afspraak of het opnieuw nodig is om injecties toe te dienen.
Mogelijke klachten
In principe heeft u weinig last na de injectie. Het kan zijn dat uw oog wat gevoelig aanvoelt. Dit verdwijnt na één of twee dagen. Door de injectie kan een bloeduitstortinkje op het oogwit ontstaan. Hierdoor wordt het wit van het oog geheel of gedeeltelijk helderrood. Dit is onschuldig en verdwijnt na enkele weken. Hoewel de kans op bijwerkingen klein is, moet u bij plotselinge buikpijn met braken of constipatie, een beklemmend gevoel op de borst, abnormale bloedingen, ernstige hoofdpijn, verlammingsverschijnselen of spraakstoornissen uit voorzorg direct een arts raadplegen en melden dat u een ooginjectie heeft gehad.
Er zijn risico’s verbonden aan toediening van injecties in het oog, zoals pijn, infectie, verhoogde oogdruk, bloedingen, staarvorming en netvliesloslating. Deze complicaties kunnen leiden tot een slechter gezichtsvermogen of zelfs blindheid. De voornaamste complicatie is de mogelijkheid van een ernstige bacteriële ooginfectie (Endoftalmitis). Bij eventuele complicaties kunnen aanvullende operaties of onderzoeken nodig zijn.
Indien u last krijgt van één of meer van onderstaande klachten, neemt u dan direct contact op met de oogpoli:
- toenemend wazig zien of vermindering van gezichtsscherpte;
- ernstige pijn aan het oog;
- lichtgevoeligheid;
- toenemende roodheid van het oog en/of oogleden (in vergelijking met de toestand direct na de injectie).
Meer informatie
Indien u vragen heeft over uw (vervolg)afspraken, diagnose of behandeling, dan kunt u contact opnemen met de oogpoli op het nummer: 0115-688488. Dit kan van maandag t/m vrijdag tussen 8.00 en 17.00 uur.
Augustus 2020