Een neusbloeding is een vervelende aandoening. Ook al is er een geringe bloeding, toch imponeert het vaak als een enorme hoeveelheid. Bij een neusbloeding gaat het meestal om een bloeding van een klein bloedvaatje in het neusslijmvlies. Een neusbloeding is bijna altijd onschuldig en heeft niets te maken met een hersenbloeding.
Bij kinderen en jong volwassenen bloedt meestal een vaatje voor op het neustussenschot. Bij ouderen bloedt er ook weleens een vaatje achter/boven in de neus, zodat vooral bloed in de keel loopt en bijna niets uit de neus. De meeste (meer dan 75 procent) van de neusbloedingen ontstaan zonder duidelijke oorzaak. In 25 procent van de gevallen zijn één of meerdere oorzaken aan te wijzen.
Oorzaken van een neusbloeding
- De neus is van binnen bekleed met slijmvlies, waarin zich veel bloedvaatjes bevinden. Dit slijmvlies zwelt en krimpt om de drie uur, zodat meestal maar een neusgat goed doorgankelijk is. Dit is een normaal verschijnsel, maar door dit regelmatig zwellen kunnen kleine broze bloedvaatjes kapot gaan. Broze bloedvaatjes komen meer voor in geval van infectie (bijvoorbeeld griep of verkoudheid) en tijdens zwangerschap.
- De lucht die door de neus stroomt, droogt het neusslijmvlies uit en veroorzaakt soms irritatie, waardoor zich korsten kunnen vormen. Als deze korsten vervolgens losraken, doordat eraan wordt gekrabd of gepeuterd of doordat de neus hard wordt gesnoten, kan het onderliggende slijmvlies beschadigd raken en gaan bloeden.
- Daarnaast kunnen neusbloedingen worden veroorzaakt door een ongeluk van de neus (klap of stoten) of beschadiging van het neusslijmvlies (bijvoorbeeld door medicijnen die in de neus worden verneveld).
- Ook verhoogde bloeddruk, het gebruik van bloedverdunners (bijvoorbeeld Aspirine, Sintrom, Plavix en Persantin), het gebruik van antistollingsmiddelen en het gebruik van chemische stoffen die de neus irriteren, kunnen neusbloedingen veroorzaken.
- Een enkele keer wordt een neusbloeding veroorzaakt door een misvorming binnen in de neus, bijvoorbeeld een gat in het neustussenschot.
Wat moet u doen als een neusbloeding optreedt?
- De neus snuiten en tien minuten onderaan dicht drukken tussen duim en wijsvinger.
- Voorkom drukverhoging in het hoofd zoveel mogelijk. Vermijd drukken, persen, tillen of buigen.
- Rechtop blijven zitten.
- Snuit de neus niet nadat een neusbloeding is gestopt (anders raakt het stolsel te vroeg los).
- Houd het hoofd zoveel mogelijk ‘koel’. Geen warme voedingsmiddelen of dranken, geen heet bad, sauna of douche (een lauwe douche kan geen kwaad) en niet in de volle zon. U kunt zo nodig ijsklontjes in de mond laten smelten.
- Geen prikkelende/gekruide voedingsmiddelen (bijvoorbeeld sambal of peper) eten.
- Geen alcoholische en koolzuurhoudende dranken gebruiken.
- Niet in de neus peuteren (kinderen eventueel ’s nachts handschoenen aandoen).
- Verhoog de luchtvochtigheid in uw huis om met name korstvorming te voorkomen.
- Rook niet (dit maakt de neus warmer van binnen).
- Otrivin (bij de drogist verkrijgbaar) in de neus druppelen/sprayen, zo nodig een wattenprop met Otrivin in de neus doen.
De behandeling van een bloedneus door de KNO-arts
De KNO-arts kijkt of er een gemakkelijk bloedend oppervlakkig liggend bloedvaatje te vinden is. Naar aanleiding van dit onderzoek, dat pijnloos is, wordt besloten hoe het bloedend vaatje het best kan worden behandeld. Deze behandeling kan soms kortdurend pijnlijk zijn. De neus wordt eerst goed schoongemaakt, waarna het slijmvlies van de neus wordt afgeslonken en verdoofd.
De verdoving en het afslinken
Van binnen is de neus gevoelig en soms nauw, zodat het slijmvlies vaak eerst moet worden verdoofd en afgeslonken. De verdoving en het afslinken wordt meestal gedaan met watjes, die gedrenkt zijn in een verdovende vloeistof (Lidocaine of Tetracaine) en een slijmvliesafslinkende vloeistof (Xylometazoline). Het inbrengen van de watjes door de KNO-arts doet geen pijn, maar kan een kriebelig, vreemd gevoel en een vieze smaak geven.
Al het slijmvlies dat met de verdovingsvloeistof in aanraking komt, raakt verdoofd. Soms loopt de verdovingsvloeistof via de neus in de keel, zodat ook de keel enigszins verdoofd wordt. U kunt in dat geval gewoon slikken en ademen; de keel voelt alleen dik aan maar is niet werkelijk gezwollen. Vaak zijn ook de boventanden en het gehemelte een tijdje gevoelloos.
Het aanbrengen van de verdoving neemt een paar seconden in beslag. Met de inwerkende verdoving neemt u meestal (als de ernst van de bloeding dit toestaat) weer plaats in de wachtkamer. Het ademen door de neus is dan soms even niet meer mogelijk. U bent dan aangewezen op mondademhaling.
Na een inwerkperiode van vijftien tot dertig minuten wordt u weer in de spreekkamer geroepen en worden de watjes uit de verdoofde neus gehaald. Grondige inspectie (eventueel met een dun kijkbuisje of flexibel slangetje) en behandeling kunnen nu pas goed plaatsvinden. De behandeling kan bestaan uit het dichtetsen, dichtbranden of tamponneren (een neustampon inbrengen).
Vormen van behandeling
Dichtetsen Na verdoving van het slijmvlies kunnen met behulp van een etsende (bijtende) vloeistof (bijvoorbeeld Trichloorazijnzuur of zilvernitraat) oppervlakkig gelegen bloedvaatjes voor op het neustussenschot worden dicht geëtst. Houd tijdens deze behandeling het hoofd heel stil, zodat geen zure vloeistof op de verkeerde plaatsten wordt gemorst. Deze behandeling kan om deze reden ook alleen worden uitgevoerd als de neus op dat moment niet bloedt. U kunt na deze behandeling op eigen gelegenheid naar huis, maar u moet zich uiteraard wel houden aan de eerder genoemde adviezen en gedragsregels. Mogelijk ervaart u na enige uren een branderig/prikkelend gevoel in de neus; u kunt hiertegen een paracetamol innemen. Er kan maar een kant tegelijk worden geëtst, omdat anders onvoldoende bloedvoorzienig van het neustussenschot ontstaat. Moet u aan beide kanten worden geholpen, dan maakt u voor de andere kant een nieuwe afspraak, ongeveer drie tot vier weken later.
Branden
Na verdoving van het slijmvlies kan het bloedvat met behulp van stroom dichtgebrand worden. Houd tijdens deze behandeling het hoofd heel stil, het branden kan ondanks de verdoving toch wat onaangenaam zijn. U kunt na deze behandeling op eigen gelegenheid naar huis, maar u moet zich uiteraard wel houden aan de eerder genoemde adviezen en gedragsregels. Mogelijk ervaart u na enige uren een branderig/prikkelend gevoel in de neus; u kunt hiertegen een paracetamol innemen.
Tamponneren
Soms is het noodzakelijk om de bloeding tot staan te brengen door het inbrengen van een zogenaamde neustampon. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de plaats van de bloeding niet precies vast te stellen is of zich te ver achter in de neus bevindt. Dichtbranden is dan niet mogelijk. Dit heet tamponneren van de neus en dit gebeurt heel voorzichtig en precies. Een neustampon wordt meestal door de (KNO-)arts uit de neus verwijderd, na ongeveer 72 uur. Bij een hevige bloeding, met name als deze achter in de neus is gelokaliseerd, wordt soms besloten tot opname in het ziekenhuis. Na het tamponneren moet u zich houden aan de eerder genoemde adviezen en gedragsregels. Zolang de neustampon in de neus zit, kunt u niet door deze neusgang ademen. De hoofdpijn die dan vrijwel altijd snel ontstaat, kunt u tegengaan met paracetamol. Onder het gaasje van de tampon kan nog wat rood vocht sijpelen. Dit is geen bloeding, maar een reactie van de neus op de tampon. De tampon raakt op den duur verzadigd en kan daardoor wat vocht gaan lekken. De tampon kan dan leeg geknepen worden door de getamponneerde neus dicht te knijpen tussen duim en wijsvinger met een gaasje of zakdoek.
Neuszalf
Om de korstvorming (met of zonder behandeling) voorzichtig tegen te gaan en de genezing van de neus te bevorderen, krijgt u vaak van de KNO-arts voor een paar weken neuszalf voorgeschreven. Als geen neuszalf is voorgeschreven, kunt u gewone (reukloze) vaseline gebruiken. Breng de neuszalf twee tot acht maal per dag voorzichtig voor in de neus op het tussenschot aan.
Bloedverdunners
Bloedverdunnende medicijnen (‘aspirine’- bevattende pijnstillers, zoals Aspro, Sinaspril, Ascal, APC) laten het bloed minder snel stollen. Een kapot bloedvaatje bloedt dan langer dan normaal. Staak zo mogelijk het gebruik van deze medicijnen in overleg met de arts die het medicijn heeft voorgeschreven. Het gebruik van paracetamol is, als pijnstiller, wel mogelijk zonder dat u daarmee de bloedstolling beïnvloedt. Moet u op advies van een arts Ascal, Sintrom, Sintromitis, Marcoumar, Plavix of Persantin als bloedverdunner gebruiken, dan is uw bloedverdunning mogelijk ontregeld (doorgeschoten); laat dit dan controleren bij uw (huis)arts (cardioloog, neuroloog) die deze medicijnen voorschrijft of bij de trombosedienst.
Neusnevel
Staak in overleg met uw arts (tijdelijk) de medicijnen die u in de neus moet nevelen, met name neussprays die bijnierschorshormoon bevatten. Een bijwerking van de verneveling kan zijn dat het neusslijmvlies beschadigt.
Medicijnen bij hoge bloeddruk
Heeft u een hoge bloeddruk, laat die dan controleren en gebruik zo nodig medicijnen hiertegen.
Tot slot
Als u na het lezen van deze informatie nog vragen hebt, kunt u contact opnemen met de polikliniek KNO. U vindt ook informatie op www.kno.nl. Aan het begin van het onderzoek vertelt de behandelend arts of de verpleegkundige u wat er gaat gebeuren. Wanneer u op dat moment nog vragen hebt, kunt u die ook aan hem of haar stellen. U kunt van maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 12:00 uur en tussen 13:00 en 16:00 uur contact opnemen met de poli KNO, 0115-688518.
Januari 2021