Het trommelvlies en de gehoorbeentjes (dit zijn drie kleine botjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel) hebben een belangrijke functie in het doorgeven en het waarnemen van geluid. Na een oorontsteking of trauma kunnen het trommelvlies of de gehoorbeentjes beschadigd raken. Daardoor hoort u slechter. Met behulp van een gehoorverbeterende ooroperatie kan deze beschadiging hersteld worden, waardoor het gehoor meestal verbetert. Een gaatje in het trommelvlies kan ook problemen geven van een loopoor en/of klachten na contact met water (na bad, douche en vooral na zwemmen).
Hoe verloopt een operatie?
De operatie verloopt meestal in dagbehandeling en onder algehele narcose. De KNO-arts kan op verschillende manieren het oor benaderen. Meestal gebeurt dit via een trechtertje in het oor, maar soms moet een kleine snee gemaakt worden aan de buitenzijde van de gehoorgang of achter het oor. De snee wordt met oplosbare hechtingen dichtgemaakt en geneest meestal zonder veel problemen of littekens. Het oor wordt onder microscopisch zicht benaderd. Meestal wordt voor de sluiting van het trommelvlies gebruik gemaakt van eigen weefsel. Dit kan fascie (peeslaagje rondom de spier) zijn van de spier achter en boven het oor. Maar er kan ook kraakbeen van de oorschelp gebruikt worden. Soms wordt kunstmateriaal gebruikt. Soms moet voor het nemen van het donormateriaal (materiaal dat op een andere plaats uit het lichaam gehaald wordt om tijdens de operatie te gebruiken), een kleine aparte snee worden gemaakt. Als er ook een probleem blijkt te zijn met de gehoorbeentjes, kan de KNO-arts een microreconstructie maken ter overbrugging van de gehoorbeenketen. Voor deze overbruggingen worden vaak kunstmaterialen gebruikt, maar soms ook eigen botweefsel of kraakbeenweefsel van de patiënt.
Slagingskansen
De slagingskansen van een trommelvliesherstel zijn meestal hoog. Slagingskans van een gehoorbeenketenreconstructie is afhankelijk van verschillende factoren. Dat bespreekt de KNO-arts met u voor de operatie.
Mogelijke complicaties
De risico’s op complicaties bij deze operaties zijn klein. Bij elke ooroperatie is er een zeer gering risico op een blijvend gehoorverlies door schade van het slakkenhuis (binnenoor). Dan kan soms ook duizeligheid optreden. Deze risico’s zijn erg klein als alleen het trommelvlies wordt hersteld.
Door het middenoor loopt een kleine zenuw die een deel van de smaaksensatie van de tong verzorgt. Bij een gedeeltelijke beschadiging van de zenuw kan een tijdelijke smaakstoornis ontstaan die na enkele weken spontaan verdwijnt. Heel zelden is het nodig om deze zenuw door te snijden om een ontsteking of verlittekend slijmvlies helemaal te kunnen wegnemen. Dan kan een smaakstoornis ontstaan die na zes maanden meestal volledig verdwijnt. Zoals bij elke operatie is er een klein risico op wondinfectie en nabloeding. Pijn is er meestal weinig tot niet.
Wat te verwachten na de operatie?
Als u wakker wordt na de operatie zit er een verbandje in en op het oor. Hierdoor is het gehoor in eerste instantie minder goed. Het oor kan wat pijn doen en u kunt zich wat misselijk en duizelig voelen. U mag dezelfde dag naar huis. Thuis moet u het rustig aan doen. U mag geen druk op het hoofd zetten (dus niet tillen en ook niet sporten). Het verbandje blijft meestal vijf tot zeven dagen in het oor zitten. De KNO-arts verwijdert het verbandje op de poli. Daarna moet u vaak nog druppels in het oor gebruiken gedurende enkele dagen. Tussen zes weken en drie maanden wordt een controle afgesproken met een gehoortest. Tegen die tijd is het oor genezen en rustig.
Nazorg en adviezen
- Niet tillen of bukken twee weken;
- niezen met de mond open;
- niet sporten gedurende twee weken;
- normale werkzaamheden kunnen meestal na twee weken hervat worden;
- oor droog houden: dus haren wassen met een bekertje over het oor, of een vette wat of een dopje tot de KNO-arts gezien heeft dat het trommelvlies is genezen;
- de eerste twee maanden geen vliegreis maken.
Bent u verhinderd?
Bent u onverwachts verhinderd? Neem dan contact op met de poli van de KNO-artsen, tel. 0115-688518. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.
Tot slot
Als u na het lezen van deze informatie nog vragen hebt, kunt u contact opnemen met de polikliniek KNO. U vindt ook informatie op www.kno.nl. Aan het begin van het onderzoek vertelt de behandelend arts of de verpleegkundige u wat er gaat gebeuren. Wanneer u op dat moment nog vragen hebt, kunt u die ook aan hem of haar stellen. U kunt van maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 12:00 uur en tussen 13:00 en 16:00 uur contact opnemen met de poli KNO, 0115-688518.
Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de afdeling waar de behandeling moet plaatsvinden, verpleegafdeling B1, telefoon 0115-688581. Wanneer zich thuis na de operatie problemen voordoen, gerelateerd aan de behandeling, neem dan contact op met het ziekenhuis:
- Op maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 12:00 en tussen 13:00 en 16:00 uur de polikliniek KNO, tel. 0115-688518.
- In dringende gevallen kunt u buiten deze tijden bellen met de huisartsenpost (HAP).
Januari 2021